BNB 1998/334
Begrip personenauto. Forfaitaire vergoeding voor proceskosen; betekenis verdragen
HR 26-08-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2537
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
33 777
- LJN
AA2537
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2537, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
- Wetingang
Art. 42, tweede lid, en 61a, vijfde lid, onderdeel c, Wet IB 1964, tekst 1986; art. 2, derde lid, en art. 26 IVBPR; art. 6 EVRM; art. 5a Wet ARB; art. 2, derde lid, Besluit proceskosten fiscale procedures
Essentie
Begrip personenauto. Forfaitaire vergoeding voor proceskosen; betekenis verdragen
Samenvatting
Voortzetting zaak BNB 1994/300 en BNB 1996/32.
1. Het Hof oordeelt, na verwijzing, dat met betrekking tot de onderhavige auto, een Seat Ibiza Van, de mogelijkheid tot vervoer van personen ondergeschikt is aan de mogelijkheid tot vervoer van goederen. Daarbij is gelet op de volumeverhouding tussen vracht- en personengedeelte - waarbij de ruimte voor bestuuurder en dashbaord naar evenredigheid aan beide gedeelten is toegerekend -, op het draagvermogen van het vrachtgedeelte en op de overige kenmerken van de auto.
2. Het Hof kent een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.