BNB 2002/283
Bungalow, geplaatst op gehuurde grond
HR 07-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3831, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2002
- Magistraten
Korthals Altes; Amersfoort, van; Leemreis
- Zaaknummer
36759
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AE3831
- JCDI
JCDI:ADS888501:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3831, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2002
- Wetingang
Art. 3:3 BW; art. 220 en 221 Gemeentewet; art. 16, eerste lid, onderdeel d, Wet WOZ
Essentie
Bungalow, geplaatst op gehuurde grond
Samenvatting
Belanghebbende huurde een stuk grond, gelegen in een bungalowpark, waarop een recreatiebungalow was geplaatst.
Hof: Die bungalow moet, naar verkeersopvattingen geoordeeld, worden beschouwd als duurzaam met de grond verenigd en derhalve als onroerend in de zin van art. 3:3 BW.
HR: Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting (vgl. HR, NJ 1998, 97). Uit de wetsgeschiedenis van art. 220 en 221 Gemeentewet blijkt niet dat de wetgever op dit punt een ander onderscheid tussen onroerend en roerend voor ogen heeft gestaan dan dat van art. 3:3 BW. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.