GS Rechtspersonen, art. 2:354 BW, aant. 9.3:9.3 Waarom geen eensluidende benaderingswijze? Enkele bespiegelingen
GS Rechtspersonen, art. 2:354 BW, aant. 9.3
9.3 Waarom geen eensluidende benaderingswijze? Enkele bespiegelingen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
mr. F. Veenstra, actueel t/m 16-01-2023
Actueel t/m
16-01-2023
Tijdvak
26-07-1976 tot: -
Auteur
mr. F. Veenstra
Vindplaats
GS Rechtspersonen, art. 2:354 BW, aant. 9.3
Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
De Hoge Raad heeft in de beschikking inzake Bobel geoordeeld dat ten aanzien van iedere persoon tegen wie het verzoek tot kostenverhaal als bedoeld in art. 2:354 BW is gericht, uit het onderzoeksverslag individueel en concreet moet blijken dat hij verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of onbevredigende gang van zaken; HR 19 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AD3051, NJ 1999/658, m.nt. Maeijer, r.o. 3.3 (Bobel II), waarover uitgebreider in art. 2:354, aant. 9.1. Ons hoogste rechtscollege heeft daarentegen in de beschikking inzake RNA geoordeeld dat het oordeel wanbeleid niet uitsluitend zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Rechtspersonen, art. 2:354 BW, aant. 9.3
9.3 Waarom geen eensluidende benaderingswijze? Enkele bespiegelingen
mr. F. Veenstra, actueel t/m 16-01-2023
16-01-2023
26-07-1976 tot: -
mr. F. Veenstra
GS Rechtspersonen, art. 2:354 BW, aant. 9.3
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
kosten
rechtspersonenrecht
enquêterecht (rechtspersoon)
ondernemingsrecht
bijzondere rechtspleging
rechtspersoon
Burgerlijk Wetboek Boek 2 artikel 354
De Hoge Raad heeft in de beschikking inzake Bobel geoordeeld dat ten aanzien van iedere persoon tegen wie het verzoek tot kostenverhaal als bedoeld in art. 2:354 BW is gericht, uit het onderzoeksverslag individueel en concreet moet blijken dat hij verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of onbevredigende gang van zaken; HR 19 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AD3051, NJ 1999/658, m.nt. Maeijer, r.o. 3.3 (Bobel II), waarover uitgebreider in art. 2:354, aant. 9.1. Ons hoogste rechtscollege heeft daarentegen in de beschikking inzake RNA geoordeeld dat het oordeel wanbeleid niet uitsluitend zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.