FED 2002/505
Bedragen niet aftrekbaar voor moedermaatschappij die van werknemers van een dochter optierechten op nieuwe aandelen in de dochter koopt
HR 22-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD3617, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2002
- Magistraten
Kalmthout, van; Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
36 392
- Noot
E. Aardema
- LJN
AD3617
- JCDI
JCDI:ADS234230:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD3617, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD3617, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2002
- Wetingang
Essentie
Bedragen niet aftrekbaar voor moedermaatschappij die van werknemers van een dochter optierechten op nieuwe aandelen in de dochter koopt
Samenvatting
X BV vormt een fiscale eenheid met haar dochter A BV. In 1990 heeft de dochter aan twee werknemers en een adviseur opties verleend op door haar nieuw uit te geven aandelen. In 1994 hebben belanghebbende en haar dochter met de drie gerechtigden een overeenkomst gesloten, waarbij de drie gerechtigden de opties prijsgeven tegen betaling van f 140 000. Uit de overeenkomst blijkt dat belanghebbende dit deed om verwatering van het belang in de dochters te voorkomen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.