BNB 2007/62:Aangevoerde grond voor wraking is onvoldoende. Uitleg optiecontracten tussen BV en directeur-grootaandeelhouder

BNB 2007/62

Aangevoerde grond voor wraking is onvoldoende. Uitleg optiecontracten tussen BV en directeur-grootaandeelhouder

Documentgegevens:

HR 20-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0426, m.nt. P. Kavelaars

Instantie: Hoge Raad
Datum: 20 oktober 2006
Magistraten: Vliet, van; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck
Zaaknummer: 42 206
Noot: P. Kavelaars
LJN: AZ0426
JCDI: JCDI:ADS889179:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2006:AZ0426, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑2006
Wetingang: Art. 8:15 Awb; art. 7 Wet IB 1964; art. 8 Wet Vpb. 1969

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, een BV, heeft eind 1998 en begin 1999 optiecontracten gesloten met haar middellijk enig aandeelhouder. In geschil is of zij de daaruit voortgevloeide verliezen in aftrek kan brengen. De zaak betreffende het jaar 1998 heeft geleid tot de arresten HR, BNB 2004/207* en, na verwijzing, HR, BNB 2007/63*. De onderhavige procedure betreft het jaar 1999. Het Hof oordeelt dat aan de optiecontracten iedere invloed op de bepaling van de winst van belanghebbende moet worden ontzegd. Belanghebbende bestrijdt dat oordeel en heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.