FED 1996/625:Doel en strekking van art. 13 Meststoffenwet brengen niet met zich mee dat de overschotheffing niet wordt geheven van degenen, wier bedrijf evenals dat van belanghebbende is gevestigd in een zogenaamd 'tekortgebied'. Dit levert geen verboden discriminatie in de zin van art. 26 IVBPR op. Nu art. 92, eerste lid, EG-verdrag geen rechtstreekse werking heeft, kan een beroep op alleen deze bepaling belanghebbende niet baten. De grief dat Nederland niet heeft voldaan aan de meldingsplicht van art. 93, derde lid, EG-verdrag, kan niet met succes voor het eerst in cassatie worden aangevoerd. Door in de Regeling aanwijzing diersoorten en hun mestproduktie slechts forfaitaire normen te hanteren, zonder de mogelijkheid van tegenbewijs, en deze normen te gebruiken bij het bepalen van de hoogte van de overschotheffing, heeft de minister van Landbouw en Visserij zijn op art. 13, derde lid, Meststoffenwet gebaseerde bevoegdheid niet overschreden.