Wet algemene bepalingen
Einde inhoudsopgave
Wet algemene bepalingen:artikel 11
Wet algemene bepalingen
Artikel 11 [Innerlijke waarde of billijkheid]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-10-1838
- Bronpublicatie:
15-05-1829, Stb. 1829, 28 (uitgifte: 25-05-1829, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1838
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-1830, Stb. 1830, 41 jo Stb. 1838, 12 (uitgifte: 01-01-1838, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-07-1830, Stb. 1830, 41 jo Stb. 1838, 12 (uitgifte: 01-01-1830, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
De regter moet volgens de wet regt spreken: hij mag in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordeelen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.