Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/4.3.4.2
4.3.4.2 Onverschuldigde betaling
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS577499:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijvoorbeeld artikel 14 van Verordening 659/1999. De onverschuldigde betaling komt meerdere malen terug in secundaire wetgeving. Het beginsel staat bijvoorbeeld in artikel 236 lid 1 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, PbEG 1992, L302/01 en in Verordening (EG) nr. 867/2008 van de Commissie van 3 september 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt, de activiteitenprogramma’s van deze organisaties en de financiering daarvan, PbEG 2008, L237/5, artikel 17. En zo bestaan talloze voorbeelden. De onverschuldigde betaling kent daarom een te grote verscheidenheid aan varianten die niet relevant zijn voor mijn onderzoek. Daarom bespreek ik die varianten niet.
Asser/Hartkamp 3-I 2015/86. In Courage/Crehan werd het regelen van de eventuele onrechtmatige daad overgelaten aan het nationale recht.
Asser/Hartkamp 3-I 2015/84, HvJ EU 9 november 1983, Administratie van de Staatsfinanciën/San Giorgio, 199/82, Jurispr. 1982, p. 3595, punt 12.
Hartkamp 2013, nr. 82, 87, 88, Hartkamp 2014a, nr. 9.
Dit zou kunnen worden afgeleid uit GEA 10 oktober 2001, Corus/Commissie, T-171/99, Jurispr. 2001, p. II-2967, punt 56, 60.
HvJ EG 9 november 1983, San Giorgio, 199/82, Jurispr. 1983, p. 3595, punt 13 ten aanzien van het leiden tot verrijking en HvJ EG 21 september 1983, Deutsche Milchkontor/ Duitsland, Gevoegde zaken 205 tot 215/82, Jurispr. 1983, p. 2633, punt 33 ten aanzien van het ontbreken van verrijking.
Zie de Rewe en Comet vereisten. Als het nationale recht de exceptie niet kent maar voor het Unierecht wel een exceptie toelaat, wordt een vordering gebaseerd op Unierecht ongunstiger behandeld.
155. De vordering uit onverschuldigde betaling is niet vastgelegd in het VWEU. Wel is de vordering terug te vinden in secundaire wetgeving. Ik bespreek de onverschuldigde betaling op Europeesrechtelijke grondslag slechts voor zover zij een mogelijkheid biedt tot terugvordering van prestaties die voortkomen uit (een schending van) het mededingingsrecht.1 Vooralsnog is het niet mogelijk om een Unierechtelijke actie uit onverschuldigde betaling aan te wenden wegens strijd met het mededingingsrecht.2 Het recht op terugbetaling in een verticale verhouding is erkend indien een lidstaat heffingen heeft geïnd in strijd met het Unierecht.3 Het Hof erkent correcties op de vordering uit onverschuldigde betaling op grond van het beginsel van de ongerechtvaardigde verrijking.4 Het is onduidelijk of het Hof de vordering uit onverschuldigde betaling ziet als toepassing van het beginsel van ongerechtvaardigde verrijking. Het GEA heeft die neiging.5 Dit laatste zou betekenen dat de Europese onverschuldigde betalingsactie alleen kan worden ingesteld ter voorkoming van ongerechtvaardigde verrijking. Het Hof baseert de vordering uit onverschuldigde betaling op het (stelsel van) het Unierecht. Het Hof heeft (nog) niet geoordeeld dat de vordering uit onverschuldigde betaling moet worden gezien als een algemeen beginsel van Unierecht en evenmin heeft het Europeesrechtelijke vereisten gesteld aan een vordering uit onverschuldigde betaling. Het verwijst in arresten altijd naar de voorwaarden die in het nationale recht worden gesteld. Wel is duidelijk dat de vordering uit onverschuldigde betaling kan worden afgewezen indien toewijzing ervan leidt tot ongerechtvaardigde verrijking of indien de gedaagde niet (langer) is verrijkt.6 Een beroep op deze excepties is, gelet op het gelijkwaardigheidsbeginsel, alleen mogelijk als het nationale recht de exceptie(s) kent.7 Van de Europeesrechtelijke vordering uit onverschuldigde betaling zijn nu slechts de contouren te onderscheiden. De toekomst zal meer duidelijkheid moeten verschaffen over de inkleuring ervan.