Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.3.1
5.3.1 Inleiding
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS574008:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I), PbEG 2008, L177/6; Verordening (EG) 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II), PbEG 2007, L199/40. Voor niet-contractuele verbintenissen die in artikel 1 Rome II worden uitgezonderd van de werking van de verordening, geldt dat deze uitzondering in Nederland (vrijwel) geen effect heeft omdat artikel 10:159 BW voorschrijft dat de bepalingen van Rome II ook van toepassing zijn op verbintenissen die als onrechtmatige daad kunnen worden aangemerkt.
Bij een inbreuk op het mededingingsrecht zal de rechtsvordering die wordt ingesteld echter in de meeste gevallen berusten op een vordering uit onrechtmatige daad.
Verordening (EG) 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II).
Asser/Kramer & Verhagen 10-III 2015/982, Vlas & Zilinsky 2012.
De Rome I-Verordening betreffende het recht dat van toepassing is op een verbintenis uit overeenkomst bespreek ik niet. Zie voor een bespreking Zippro 2009, p. 717-718.
210. Met behulp van welk nationaal recht een vordering moet worden beoordeeld, moet in internationale gevallen worden bepaald aan de hand van de Rome I- of de Rome II-Verordening.1 Ik bespreek alleen de Rome II-Verordening omdat Rome I ziet op het recht dat van toepassing is op verbintenissen die voortvloeien uit een overeenkomst.2 De Rome II-Verordeningis op 11 januari 2009 in werking getreden.3 Deze verordening vervangt voor Nederland de Wet Conflictenrecht Onrechtmatige Daad.4 Het materiële toepassingsgebied van Rome II omvat niet-contractuele verbintenissen in burgerlijke en handelszaken.5 Overweging 7 van de preambule vermeldt dat het materiële toepassingsgebied van Rome II moet stroken met de EEX-Verordening en Rome I. Daarom neemt men aan dat de uitleg die het HvJ EU in zaken betreffende de EEX-Verordening heeft gegeven aan het begrip ‘burgerlijke en handelszaken’ richtinggevend is voor het materiële toepassingsgebied.6 De Rome II-Verordening is van toepassing in alle EU-lidstaten met uitzondering van Denemarken.7 Het formele toepassingsgebied is universeel, zie artikel 3 Rome II. Dit betekent dat het aangewezen recht van toepassing is ongeacht of dit het recht is van een lidstaat. Rome II regelt niet alleen het toepasselijke recht op een verbintenis uit onrechtmatige daad, maar ook het toepasselijke recht op een verbintenis uit ongerechtvaardigde verrijking (artikel 10 Rome II) en een verbintenis uit zaakwaarneming (artikel 11 Rome II). In artikel 12 Rome II wordt het toepasselijke recht op verbintenissen uit afgebroken onderhandelingen geregeld. Ik beperk me in dit onderzoek tot een bespreking van de algemene conflictenregel in artikel 4 Rome II en de regeling betreffende het toepasselijke recht bij ongeoorloofde mededinging (artikel 6 Rome II).8