Einde inhoudsopgave
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht (Meijers-reeks) 2016/5.2.3
5.2.3 Wetssystematische onduidelijkheid
J.G.H. Altena, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
J.G.H. Altena
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Nan 2011, p. 156.
Ook kan onbepaaldheid worden opgelost indien interpretatiemethoden de uitkomst ondanks de onbepaaldheid voorspelbaar maken, Brouwer 2008a, p. 190.
Loth en Tjong Tjin Tai stellen dat complexiteit zowel veroorzaakt kan worden doordat het moeilijk is om de relevante regels te identificeren als doordat onduidelijk is hoe regels moeten worden toegepast of elkaar beïnvloeden, Loth & Tjong Tjin Tai 2014.
De Hullu 2015, p. 99.
A-G J. Wortel in zijn conclusie bij HR 4 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5377, punt 21.
Loth 2000, p. 87-88; De Hullu 2015, p. 95, 99; ’t Hart 1991, p. 76-94, m.n. p. 81-83.
Doorenbos 1992; De Hullu 2015, p. 95.
Fuller 1969, p. 65-70.
Nan 2011, p. 158.
Bij wetssystematische onduidelijkheid is de betekenis van een bepaling onduidelijk door de verhouding met andere normen.1 Een bepaling staat nooit op zichzelf, maar maakt deel uit van een rechtsorde. Die context van het geheel van rechtsnormen kan invloed hebben op de duidelijkheid van de individuele norm. Die invloed hoeft overigens niet negatief te zijn: het feit dat het gaat om een wetsbepaling en de context van die bepaling kunnen ook juist een onduidelijke bepaling disambigueren of op een andere manier duidelijk maken.2 Wetssystematische onduidelijkheid kan meerdere oorzaken hebben, waarvan met name complexiteit van de normen en inconsistenties in het rechtssysteem hier relevant zijn.
Op zichzelf duidelijke bepalingen kunnen deel uitmaken van een wetssysteem dat door de hoeveelheid normen, de structuur daarvan en de onderlinge relaties tussen normen dermate complex is dat het voor burgers moeilijk wordt te bepalen welk gedrag toegestaan en welk gedrag verboden is.3 Met name de meer technische normen in het ordeningsstrafrecht zijn soms zeer gecompliceerd. De Hullu geeft een voorbeeld van een arrest over het afdekken van een mestbassin waarin A-G Meijers de geldende voorschriften uiteenzet en dat niet korter kan doen dan in twee bladzijden. De Hullu wijst erop dat dergelijke gecompliceerde regelgeving zowel vanuit het oogpunt van rechtsbescherming, als vanuit het oogpunt van rechtshandhaving onwenselijk is.4 Bovendien is de regeldichtheid hoog, daarvan getuigt de volgende verzuchting van A-G Wortel: ‘Ik durf rustig vooropstellen dat wij allen tuchten onder de toenemende regeldichtheid. Je mag tegenwoordig niets meer, tenzij ergens geregeld is dat het op een bepaalde wijze en onder bepaalde voorwaarden nog wèl mag.’5
Al eerder is aangestipt dat complexiteit vaak een gevolg is van gelede normstellingen.6 Met name in het ordeningsrecht worden normen vastgelegd die weer verwijzen naar andere vormen van regelgeving voor de concrete invulling – een fenomeen dat met een wat informele maar ook beeldender term dan gelede normstelling ‘spaghettiwetgeving’ is genoemd.7 Die concrete invulling is in het Europees strafrecht soms gelegen in supranationale Europese regelgeving, die soms zelf ook weer is uitgewerkt in andere regelgeving. Een strafbaarstelling uit het Nederlandse recht kan dus voor de gedragsnorm verwijzen naar een verordening, die weer voor nadere uitwerking van regels verwijst naar een richtlijn.
De tweede vorm van systematische onduidelijkheid doet zich voor in de vorm van inconsistenties. Het recht is inconsistent indien verschillende regels, soms op verschillende niveaus, verschillende eisen stellen aan het gedrag van burgers. Inconsistentie van wetgeving is volgens Fuller een groot probleem dat niet met één conflictregel bevredigend kan worden opgelost.8 Er bestaan uiteraard regels voor het oplossen van tegenstrijdigheden, zoals de lex posterior- of de lex specialis-regel, maar die leiden niet altijd tot een voorspelbaar en bevredigend resultaat. In het volgende hoofdstuk zal duidelijk worden dat de conflictregels die de consistentie van het Europees strafrecht moeten waarborgen conflicten zelden op een eenduidige wijze beslechten. Inconcordantie kan ook worden beschouwd als een vorm van inconsistentie: dezelfde begrippen krijgen in verschillende contexten een verschillende betekenis. Systematiek in het recht vereist nu juist dat termen consequent dezelfde betekenis hebben.9