Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.4.2.5
5.4.2.5 Het opvragen van bewijs naar Nederlands recht – 843a Rv
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS581135:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Op grond van artikel 22 Rv is ook de rechter bevoegd om bescheiden op te vragen aan partijen.
Wieten 2012, § 4.6.2, Asser Procesrecht/Asser 3 2013/197.
Artikel 843b Rv vindt weinig toepassing volgens Asser, Asser Procesrecht/Asser 3 2013/197.
Sijmonsma 2010, § 7.1.1, § 7.3 en § 7.4. Zie ook Asser Procesrecht/Asser 3 2013/198.
Wieten 2012, § 4.6.2.
Zie voor de tekst Kamerstukken II 2011/12, 33 079, nr. 2, p. 2.
Voorgesteld artikel 845 Rv: “In afwijking van het in artikel 843a, vierde lid, bepaalde is degene die bescheiden omtrent een vordering tot schadevergoeding wegens een inbreuk op het mededingingsrecht te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden inzage, afschrift of uittreksel daarvan te verschaffen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn.”
Kamerstukken II 2013/14, 22 122, nr. 1708, p. 8.
In dezelfde zin Zippro 2013, p. 281. Anders: Oude Elferink & Braat 2014, p. 225.
RechtbankArnhem16mei 2012,TenneT/Alstomc.s.,ECLI:NL:RBARN:2012:BW7444, rov. 3.1-3.10. In het ingestelde hoger beroep komt artikel 843a Rv niet aan de orde.
Rechtbank Den Haag 1 mei 2013, CDC/Shell e.a., ECLI:NL:RBDHA:2013:CA1870, rov. 4.38.
RechtbankAmsterdam25maart 2015, Equilib/KLMc.s., ECLI:NL:RBAMS:2015:1778, rov. 4.9-4.17 (vordering van KLM c.s. tot afgifte van bescheiden van Equilib), 4.18-4.20 (vordering van Equilib tot afgifte van bescheiden van KLM c.s.) en 4.21-4.29 (vordering van Equilib tot verstrekking van een afschrift van de vertrouwelijke versie van het besluit van de Europese Commissie).
229. De bepalingen in hoofdstuk II van de richtlijn schadevorderingen kunnen worden vergeleken met de exhibitieplicht in het Nederlandse recht. Artikel 843a Rv regelt samen met artikel 843b Rv de zogenaamde exhibitieplicht. Het gaat om vorderingen van personen tot inzage, afschrift of uittreksel van ‘bescheiden’.1 Onder bescheiden vallen naast geschriften bijvoorbeeld foto’s, films en computerbestanden.2 In de praktijk is met name artikel 843a lid 1 Rv van belang, omdat artikel 843b Rv ziet op het minder belangrijke geval dat iemand een bewijsmiddel heeft verloren.3 Artikel 843a lid 1 Rv luidt als volgt:
“Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.”
De vereisten van artikel 843a lid 1 Rv zijn dat eiser een ‘rechtmatig belang’ moet hebben bij zijn vordering, het moet gaan om ‘bepaalde bescheiden’ en het moet gaan om bescheiden ‘aangaande een rechtsbetrekking waarin eiser of zijn rechtsvoorgangers partij zijn’. Deze drie eisen hebben weinig concrete betekenis.4 Verder geldt de voorwaarde dat de vordering moet worden gericht tegen degene die de bescheiden onder zich heeft. Artikel 843a Rv kent een aantal uitzonderingen op de exhibitieplicht, namelijk:
“Lid 3. Hij die uit hoofde van zijn ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht is, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien de bescheiden
uitsluitend uit dien hoofde te zijner beschikking staan of onder zijn berusting zijn.
Lid 4. Degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien daarvoor gewichtigeredenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.”
De uitzondering in lid 3 ziet op het geval dat iemand een geheimhoudingsverplichting heeft, bijvoorbeeld een advocaat. Onder de gewichtige redenen die worden genoemd in lid 4 van artikel 843a Rv vallen bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen. Onder de tweede beperking die wordt genoemd in lid 4 van artikel 843a Rv valt bijvoorbeeld het geval dat het verlangde bewijs ook door middel van getuigen kan worden geleverd.5
230. Thans (augustus 2016) is een wetsvoorstel aanhangig betreffende wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden.6 Omdat de afgifte van bescheiden bij de bewijsmiddelen hoort, wordt het opgenomen bij de wettelijke regeling van de bewijsmiddelen. De exhibitieplicht die nu is neergelegd in artikel 843a Rv zal na de voorgestelde wijziging in artikel 162a Rv worden neergelegd. Artikel 162a Rv zal als volgt komen te luiden:
Degene die partij is bij een rechtsbetrekking, is gerechtigd tot inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde bescheiden aangaande die rechtsbetrekking jegens degenen die deze bescheiden tot hun beschikking hebben, mits hij daarbij rechtmatig belang heeft. Degene die gerechtigd is tot inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde bescheiden, draagt de met het verschaffen samenhangende kosten.
Degenen die de bescheiden tot hun beschikking hebben, zijn verplicht daarvan inzage, afschrift of uittreksel te verschaffen, tenzij:
aan hen een verschoningsrecht als bedoeld in artikel 165, tweede lid, toekomt of een wettelijke geheimhoudingsplicht ten aanzien van die bescheiden bestaat; of
gewichtige redenen zich daartegen verzetten.
Is degene die bescheiden tot zijn beschikking heeft een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur en is diegene geen partij bij de rechtsbetrekking als bedoeld in het eerste lid, dan is hij niet verplicht inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden te verschaffen als hij op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet is gehouden de daarin vervatte informatie te verstrekken.”
De memorie van toelichting geeft aan dat artikel 162a lid 1 Rv geen nieuwe inhoud bevat, maar een gestroomlijnde redactie is van artikel 843a Rv. In lid 2 van artikel 162a Rv wordt het familiale verschoningsrecht toegevoegd.
Het nieuwe artikel 162b Rv bepaalt dat het verzoek om inzage in de stukken bij de rechter moet worden gedaan.7Lid 4 van artikel 843a Rv zien we niet terug. Het recht op afschrift van bescheiden is niet langer een soort ultimum remedium dat ondergeschikt is aan andere bewijsmaatregelen, maar staat daarmee op gelijke voet.8
231. In het concept wetsvoorstel voor de implementatie van de richtlijn schadevergoeding wordt met betrekking tot de invoering van de bepalingen over bewijsmiddelen nog aangesloten bij de huidige nummering van het Wetboek van Rechtsvordering. De richtlijnbepalingen betreffende toegang tot bewijsmateriaal zullen worden geïmplementeerd in een nieuw in te voegen afdeling in Rv, na artikel 843b Rv. De afdeling is getiteld “Toegang tot bescheiden in zaken betreffende schending van mededingingsrecht”. Nieuw is onder andere artikel 845 Rv waarin bepaald zal worden dat (in afwijking van artikel 843a lid 4 Rv) alleen gewichtige redenen nog aan het verschaffen van inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden in de weg staan.9 De invoering van dit artikel is slechts nodig tot de tijd dat artikel 162a Rv in werking treedt aangezien artikel 162a Rv deze slag al heeft gemaakt. Het is mij onduidelijk waarom in het concept implementatiewetsvoorstel geen aandacht is besteed aan de nieuwe inhoud van de wetsartikelen betreffende bewijs. Bovendien zou het mijns inziens logischer zijn geweest om met de nummering aan te sluiten bij de wettelijke regeling van de bewijsmiddelen.
232. Volgens de minister van Veiligheid en Justitie zijn de bewijsnormen en verjaringstermijnen in de richtlijn schadevorderingen moeilijk in te passen in de nationale wetgeving omdat het nationale burgerlijk procesrecht voor alle civielrechtelijke zaken hetzelfde is, ongeacht het onderwerp van het geding.10 Dat is echter niet het geval omdat artikel 843a lid 1 Rv al voldoet aan de vereisten die de richtlijn schadevorderingen stelt. Wel zal de rechter misschien wat soepeler moeten worden bij de interpretatie van artikel 843a Rv en het verlenen van toegang tot bewijsmateriaal.11
233. In drie recente kartelzaken is een beroep gedaan op artikel 843a Rv. In TenneT/Alstom vorderde Alstom overlegging van documenten. De rechtbank overweegt dat artikel 843a Rv niet voorziet in een onbeperkt recht op bescheiden (geen algemene exhibitieplicht) en dat TenneT voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet meer stukken voorhanden heeft dan de stukken die zij al in geding heeft gebracht. Bovendien acht de rechtbank de vordering onvoldoende bepaald. De rechtbank wijst de vordering af.12 In CDC/Shell e.a. is de vordering tot inzage in de stukken ook afgewezen door de rechtbank. Zij overweegt dat in Nederland geen algemene exhibitieplicht bestaat en beslist dat Esso geen rechtmatig bewijsbelang heeft bij haar vordering.13 In Equilib/KLMc.s. hadden zowel KLM c.s. als Equilib verzoeken gedaan tot afschrift van bescheiden. De rechtbank wijst alle verzoeken tot afschrift af onder andere omdat in geval van toewijzing het verzamelen van de bescheiden ‘veel tijd in beslag zal nemen en hoge kosten zal meebrengen’.14