Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen
Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/5.9:5.9 Afweging van afleidingsregels
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/5.9
5.9 Afweging van afleidingsregels
Documentgegevens:
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS614479:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
A. Peczenik, On Law and Reason, Springer Science + Business Media B.V. 2009, p. 310.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het zou interessant zijn om mede aan de hand van de theorie omtrent juridische afleidingsregels (zoals het werk van Peczenik) jurisprudentieonderzoek te doen in het fiscale recht om te kijken welke afleidingsregels de Hoge Raad zoal hanteert, en in welke gevallen. Een dergelijk onderzoek overstijgt echter de vraagstelling van mijn onderzoek. Maar ik denk wel dat we mogen aannemen dat in het belastingrecht ook andere afleidingsregels worden gehanteerd dan enkel formeel-logische afleidingsregels.
Net als rechtsnormen kunnen ook afleidingsregels met elkaar botsen. Denk bijvoorbeeld aan de vraag of in een specifiek geval de formeel-logische modusponensregel moet worden toegepast of dat een a-contrarioredering beter op haar plaats is. Het mag duidelijk zijn dat de vraag welke afleidingsregel van toepassing is ook onzekerheid met zich mee kan brengen en dat wanneer deze vraag zich voordoet, het rechtsvindingsproces zich splitst in twee (of in theorie meer) takken met elk een eigen waarschijnlijkheid. In een concreet rechtsvindingsgeval geeft de toegepaste afleidingsregel dan ook eenwaarschijnlijkheidswaarde aan de afgeleide stelling, die bij onzekerheid omtrent de toepassing van de afleidingsregel kleiner is dan 1.
Interessant is dat Peczenik zijn argumentatieregels bij de afweging tussen de argumentatieregels niet op één lijn zet met rechtsregels, maar met beginselen:
‘In general, many reasoning norms are principles, not rules. When they collide with each other, one needs weighing and balancing. To be sure, the necessity to weigh may be postponed when one successfully formulates second order reasoning norms, indicating which of the colliding reasoning norms, methods and reasons one should apply in a given class of situation.’1
Waar we bij de botsing van rechtsnormen metanormen hebben aangetroffen die ons een aanwijzing geven hoe we met zo’n botsing om moeten gaan (de hierboven genoemde conflictregels), ligt dat bij de botsing van afleidingsregels naar mijn idee toch een stuk lastiger. Ik ken geen metaregels die ons vertellen hoe we met botsing tussen afleidingsregels om moeten gaan. Ik denk ook niet dat we die gaan vinden, en ik vermoed dat Peczenik daar ook niet in gelooft. Volgens Peczenik komt het uiteindelijk toch aan op het maken van een afweging: ‘At the end, weighing is inevitable.’