Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1215/2012 betreffende rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 47 [Indiening verzoek]
Geldend
Geldend vanaf 09-01-2013
- Bronpublicatie:
12-12-2012, PbEU 2012, L 351 (uitgifte: 20-12-2012, regelingnummer: 1215/2012)
- Inwerkingtreding
09-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2012, PbEU 2012, L 351 (uitgifte: 20-12-2012, regelingnummer: 1215/2012)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Het verzoek tot weigering van de tenuitvoerlegging wordt ingediend bij het gerecht dat de desbetreffende lidstaat overeenkomstig artikel 75, onder a), aan de Commissie heeft meegedeeld als het gerecht waar het verzoek dient te worden ingediend.
2.
De procedure inzake de weigering van tenuitvoerlegging wordt, voor zover deze niet onder de onderhavige verordening valt, beheerst door het recht van de aangezochte lidstaat.
3.
De verzoeker legt aan het gerecht een afschrift van de beslissing en, indien nodig, een vertaling of transliteratie ervan over.
Indien het gerecht daar reeds over beschikt of het onredelijk acht dit van de verzoeker te verlangen, kan het afzien van het doen overleggen van de in de eerste alinea vermelde documenten door de verzoeker. In dat geval kan het gerecht de andere partij gelasten de documenten over te leggen.
4.
De partij die om de weigering van tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing verzoekt, behoeft in de aangezochte lidstaat niet over een postadres te beschikken. Zij behoeft evenmin over een gemachtigde vertegenwoordiger in de aangezochte lidstaat te beschikken tenzij een dergelijke vertegenwoordiger ongeacht de nationaliteit of de woonplaats van de partijen verplicht is.