NJB 2015/1267:Horen als getuige van rechter-commissaris aangaande de aan een NN-getuige verleende status van bedreigde getuige: de beantwoording van de vraag of een getuige terecht als een bedreigde getuige in de zin van art. 226a Sv is aangemerkt, is onttrokken aan het oordeel van de zittingsrechter, tenzij bijzondere fundamentele gebreken in de zin van art. 6 EVRM kleven aan de wijze van totstandkoming of aan de inhoud van een door de rechter ingevolge de art. 226a en/of 226b Sv omtrent een getuige gegeven bevel; daarom in casu noodzakelijkheidscriterium van toepassing. Horen als getuige van rechter-commissaris aangaande betrouwbaarheid van verklaringen van NN-getuige: dit verzoek, dat in casu voor het eerst is gedaan ter terechtzitting in hoger beroep, is – via art. 415 Sv – een verzoek in de zin van art. 331 lid 1 Sv jo. art. 328 Sv om toepassing te geven aan art. 315 Sv; noodzakelijkheidscriterium van toepassing