NJB 2021/105
Gezag van gewijsde. Een pensioenverzekeraar en een verzekeringnemer procederen voor de tweede keer tegen elkaar over de uitvoering van de pensioenverzekering. Hoge Raad: a. Vooropstelling: zie hoofdtekst. Onder meer: Het antwoord op de vraag of in het eerdere geding sprake is geweest van beslissingen aangaande een geschilpunt dat dezelfde rechtsbetrekking betreft als in het latere geding, is afhankelijk van de grondslag van de vordering of het verweer, het processuele debat en de gegeven beslissingen. Dat vergt uitleg van de in de eerdere procedure gedane uitspraak, mede in het licht van de gedingstukken waarop die uitspraak berust. Het gezag van gewijsde kan niet eraan in de weg staan dat in een ander geding dezelfde of een soortgelijke vordering wordt ingesteld op basis van een andere grondslag, waarover de rechter zich nog niet heeft uitgelaten. Dit geldt ongeacht of deze andere grondslag ook reeds in de eerdere procedure aangevoerd had kunnen worden. b. Toepassing: Het oordeel van het hof dat de vorderingen in de onderhavige procedure zijn gebaseerd op dezelfde rechtsbetrekking als in de eerdere procedure in geschil was, is onbegrijpelijk
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2099
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00186
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2099, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2019
- Wetingang
(art. 236 lid 1 Rv)
Essentie
Gezag van gewijsde. Een pensioenverzekeraar en een verzekeringnemer procederen voor de tweede keer tegen elkaar over de uitvoering van de pensioenverzekering. Hoge Raad: a. Vooropstelling: zie hoofdtekst. Onder meer: Het antwoord op de vraag of in het eerdere geding sprake is geweest van beslissingen aangaande een geschilpunt dat dezelfde rechtsbetrekking betreft als in het latere geding, is afhankelijk van de grondslag van de vordering of het verweer, het processuele debat en de gegeven beslissingen. Dat vergt uitleg van de in de eerdere procedure gedane uitspraak, mede in het licht van de gedingstukken waarop die uitspraak berust. Het gezag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.