NJ 2023/134
Medeplegen van oplichting onvoldoende gemotiveerd. Kwalificatieuitsluitingsgrond bij verwerven of voorhanden hebben of overdragen van uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen niet van toepassing.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/03230
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
K.K. Lindenberg
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS699531:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:109, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:892, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2021
- Wetingang
Essentie
Medeplegen van oplichting onvoldoende gemotiveerd nu redengevende omstandigheden niet in bewijsmiddelen zijn vermeld. Kwalificatieuitsluitingsgrond ten aanzien van witwassen is niet van toepassing. Geen sprake van verwerven of voorhanden hebben van onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen en geen bijzonder geval van overdragen van deze geldbedragen dat met verwerven of voorhanden hebben gelijk kan worden gesteld.
Samenvatting
Medeplegen oplichting woningbouwvereniging en medeplegen witwassen van geldbedragen door rechtspersoon. Klacht over bewezenverklaring oplichting slaagt. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2004/165, m.nt. J.M. Reijntjes m.b.t. motiveringsvereisten voor redengevende feiten en omstandigheden in een bewijsoverweging. Het hof ...