Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 5.4.22 (Inhoud en taal uitgevaardigd Europees onderzoeksbevel)
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2017
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 231 (uitgifte: 09-06-2017, kamerstukken: 34611)
- Inwerkingtreding
17-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, Stb. 2017, 262 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De uitvaardigende autoriteit vult het Europees onderzoeksbevel in bijlage A bij richtlijn 2014/41/EU in.
2.
Het bevel bevat tenminste de in artikel 5.4.3, eerste lid, genoemde informatie.
3.
De uitvaardigende autoriteit kan in het bevel vormvereisten opnemen die de autoriteiten van de uitvoerende staat bij de uitvoering van het bevel zo veel mogelijk in acht nemen. Dit kan mede omvatten het verzoek om bij de uitvoering van het bevel aanwezig te zijn.
4.
Indien een uitvaardigende autoriteit een bevel uitvaardigt ter aanvulling van een eerder bevel, wordt dit vermeld in onderdeel D van bijlage A. Artikel 5.4.21, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Indien de uitvaardigende autoriteit het aanvullend bevel opstelt terwijl zij bijstand verleent bij de uitvoering van het oorspronkelijke bevel in de uitvoerende staat kan zij het aanvullende bevel rechtstreeks aan de uitvoerende autoriteit richten terwijl zij in die staat aanwezig is.
5.
Indien het bevel betrekking heeft op infiltratie, gecontroleerde aflevering, of het vorderen van gegevens bedoeld in de artikelen 126nc, 126nd en 126ne, geeft de uitvaardigende autoriteit de redenen aan waarom zij toepassing van de bevoegdheid van belang acht voor de strafzaak. In een bevel dat strekt tot het vorderen van gegevens als bedoeld in artikel 126nc, wordt informatie verschaft die de uitvoering kan vergemakkelijken.