RvdW 2014/382
Afwijzing getuigenverzoek zeer jonge minderjarige ex art. 288 lid 1 sub b Sv.
HR 11-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:300
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/05786
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:300, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2013
- Wetingang
Art. 288 lid 1 onder b Sr; art. 6 lid 3 EVRM
Essentie
Afwijzing verzoek om zeer jong 5-jarig kind als getuige te laten horen via een studioverhoor in de zaak rond een levensdelict van zijn vader jegens zijn moeder. HR herhaalt HR 17 november 2009, ECLI:NL:HR:2010:BI3847, NJ 2010/191 dat de rechter, wanneer hij de in art. 288 lid 1 onder b Sv vermelde gronden aanwezig acht, het belang van de getuige mag doen prevaleren boven het recht van de verdachte om de getuige te (doen) ondervragen. Het kennelijke oordeel dat tegen de achtergrond van bepaalde ook naar objectieve maatstaven zeer ingrijpende en traumatiserende gebeurtenissen met betrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.