NJB 2018/223:Verbod van functiecumulatie art. 268 lid 2 Sv van toepassing ingeval de voorzitter van de strafkamer van het hof in zijn hoedanigheid van raadsheer-commissaris enig onderzoek in de zaak heeft verricht? Dit verbod is niet van toepassing op het rechtsgeding bij het gerechtshof. Opmerking verdient echter nog wel het volgende: het deelnemen van een raadsheer die als raadsheer-commissaris in de zaak enig onderzoek heeft verricht, aan het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep kan onder bijzondere omstandigheden met zich brengen dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie als bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM. Het optreden van de raadsheer-commissaris op de voet van art. 411a Sv dat zich beperkt tot het voor aanvang van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nemen van de beslissing of een getuige wordt gehoord – welke beslissing in wezen niet verschilt van een zogeheten voorzittersbeslissing als bedoeld in art. 412 lid 1 jo 258 lid 2 Sv – brengt echter niet met zich dat vanwege het nadien deelnemen van die raadsheer-commissaris als raadsheer aan het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep de behandeling van de zaak daardoor niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie als hiervoor bedoeld