NJB 2016/1434
Opzet op valsheid in geschrifte, art. 225 Sr: gezien de specifieke feiten en omstandigheden i.c. – het ging om betrokkenheid van een notaris bij een lucratieve doorverkoopconstructie – kon het hof uit de bewijsvoering afleiden dat de verdachte notaris zich schuldig heeft gemaakt aan het valselijk opmaken van de koopovereenkomst alsmede dat diens opzet daarop was gericht. Eisen aan tenlastelegging, art. 261 Sv: de aan art. 1 en art. 9 Wet melding ongebruikelijke transacties (oud) ontleende bewoordingen ‘ongebruikelijke transactie’ heeft mede feitelijke betekenis en voldoet wat betreft de opgave van het feit aan de eisen van art. 261 lid 1 Sv. Strafverhoging bij schending ambtsplicht, art. 44 Sr: de in deze bepaling genoemde omstandigheden kunnen alleen tot verhoging van het strafmaximum leiden indien zij aan de verdachte zijn tenlastegelegd en door middel van wettige bewijsmiddelen zijn bewezen. Hierover terechte cassatieklacht leidt toch niet tot cassatie wegens gebrek aan voldoende rechtens te respecteren belang, mede in aanmerking genomen dat de opgelegde straf voor diverse serieuze feiten is opgelegd en dat zonder toepassing te geven aan art. 44 Sr maar met toepassing van art. 57 lid 1 Sr de opgelegde gevangenisstraf ruimschoots blijft beneden het op de bewezenverklaarde feiten gestelde strafmaximum
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1392
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, A.L.J. van Strien en M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/01218
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Juridische beroepen / Notaris
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1392, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:568, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
Opzet op valsheid in geschrifte, art. 225 Sr: gezien de specifieke feiten en omstandigheden i.c. – het ging om betrokkenheid van een notaris bij een lucratieve doorverkoopconstructie – kon het hof uit de bewijsvoering afleiden dat de verdachte notaris zich schuldig heeft gemaakt aan het valselijk opmaken van de koopovereenkomst alsmede dat diens opzet daarop was gericht. Eisen aan tenlastelegging, art. 261 Sv: de aan art. 1 en art. 9 Wet melding ongebruikelijke transacties (oud) ontleende bewoordingen ‘ongebruikelijke transactie’ heeft mede feitelijke betekenis en voldoet wat betreft de opgave van het feit aan de eisen van art. 261 lid 1 Sv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.