Warenwetregeling Kaaskorstbedekkingsmiddelen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Redactionele toelichting
Schapenkaas, geitenkaas en kaas als bedoeld in artikel 9 van het Warenwetbesluit Zuivel, waarvan kan worden aangetoond dat zij voor de dag van inwerkingtreding van deze wijziging zijn voorzien van een kaaskostbedekkingsmiddel met de kleurstof zonnegeel FCF (E 110), cochenillerood A (E 124) of titaandioxide (E 171), mogen nog verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitverkocht.
- Bronpublicatie:
06-12-2022, Stcrt. 2022, 33641 (uitgifte: 14-12-2022, regelingnummer: 3460737-1038951-VGP)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2022, Stcrt. 2022, 33641 (uitgifte: 14-12-2022, regelingnummer: 3460737-1038951-VGP)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Kaaskorstbedekkingsmiddelen op basis van kunststofdispersies die zijn aangebracht op de korst van schapekaas, geitekaas en kaas als bedoeld in artikel 9 van het Warenwetbesluit Zuivel, mogen worden vervaardigd uit uitsluitend homo- of copolymeren van uitsluitend de volgende monomeren:
- a.
etheen;
- b.
vinylesters van verzadigde vetzuren met een ketenlengte C2–C18; of
- c.
maleïnezure esters en fumaarzure esters van eenwaardige alifatische verzadigde alcoholen met een ketenlengte C4–C8.
2.
Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde polymeren mogen katalysatoren, polymerisatieregelaars, zuurteregelaars en oplosmiddelen zijn gebruikt welke voor het desbetreffende polymeer zijn toegelaten bij of krachtens het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen, voor zover dat besluit ter zake regels stelt.
3.
Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde kaaskorstbedekkingsmiddelen mogen geen andere hulpstoffen worden gebruikt dan:
- a.
natrium-laurylsulfaat;
- b.
polyetheenoxide (4–14) ether van oleylalcohol;
- c.
polyetheenoxide (4–14) ether van nonylfenol;
- d.
lactose;
- e.
siliciumdioxide;
- f.
hydroxyethylcellulose;
- g.
methylcellulose;
- h.
carboxymethylcellulose;
- i.
polyvinylalcohol; of
- j.
polyvinylpyrrolidon.
4.
Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde kaaskorstbedekkingsmiddelen mogen geen andere pH-regulerende stoffen worden gebruikt dan:
- a.
azijnzuur (E 260), alsmede de Na-, K-, Ca- en NH4-zouten ervan;
- b.
citroenzuur (E 330), alsmede de Na-, K-, Ca- en NH4-zouten ervan;
- c.
wijnsteenzuur (E 334), alsmede de Na-, K-, Ca- en NH4-zouten ervan;
- d.
zoutzuur;
- e.
ascorbinezuur of de zouten hiervan met Na of Ca (E 300, E 301 en E 302);
- f.
ammonia;
- g.
natriumhydroxide;
- h.
kaliumhydroxide; of
- i.
carbonaten en bicarbonaten van Na en K.
5.
Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde kaaskorstbedekkingsmiddelen worden uitsluitend kleurstoffen gebruikt die ingevolge Verordening (EG) Nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PbEU 2008, L 354) zijn toegestaan voor toevoeging aan eetbare kaaskorsten dan wel aan gerijpte kaas en voldoen aan de daarin gestelde gebruiksvoorwaarden.