Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 wat officiële controles betreft
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 06-06-2019
- Bronpublicatie:
15-03-2019, PbEU 2019, L 131 (uitgifte: 17-05-2019, regelingnummer: 2019/627)
- Inwerkingtreding
06-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2019, PbEU 2019, L 131 (uitgifte: 17-05-2019, regelingnummer: 2019/627)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 18, lid 8,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In Verordening (EU) 2017/625 zijn voorschriften vastgelegd voor de officiële controles en andere officiële activiteiten die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden uitgevoerd om na te gaan of de wetgeving van de Unie op het gebied van onder andere voedselveiligheid wordt nageleefd in alle stadia van de productie, verwerking en distributie. Verordening (EU) 2017/625 voorziet met name in de uitvoering van officiële controles in verband met voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong. Daarnaast wordt Verordening (EG) nr. 854/2004(2) met ingang van 14 december 2019 ingetrokken bij Verordening (EU) 2017/625. In Verordening (EG) nr. 854/2004 zijn momenteel specifieke voorschriften voor officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong vastgesteld, met inbegrip van voorschriften inzake eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van de officiële controles.
- (2)
De in deze verordening vastgestelde voorschriften moeten een voortzetting van de voorwaarden waarborgen om te verzekeren dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven de voorschriften inzake de veilige hantering van producten van dierlijke oorsprong naleven, met name de voorschriften die zijn vastgesteld in:
- —
Richtlijn 96/23/EG van de Raad (3) met betrekking tot controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen;
- —
Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4) met betrekking tot controles van overdraagbare spongiforme encefalopathieën;
- —
Richtlijn 2002/99/EG van de Raad (5) met betrekking tot veterinairrechtelijke voorschriften inzake producten van dierlijke oorsprong;
- —
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (6) met betrekking tot de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving;
- —
Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) met betrekking tot de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers;
- —
Beschikking 2003/467/EG van de Commissie (8) met betrekking tot de bestrijding van tuberculose, brucellose en enzoötische boviene leukose;
- —
Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad (9) met betrekking tot salmonellacontroles;
- —
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (10) met betrekking tot levensmiddelenhygiëne;
- —
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (11) met betrekking tot de specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong;
- —
Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (12) met betrekking tot de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten;
- —
Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (13) met betrekking tot microbiologische criteria in levensmiddelen;
- —
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (14) en Verordening (EG) nr. 124/2009 (15) met betrekking tot maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen;
- —
Richtlijn 2007/43/EG van de Raad (16) met betrekking tot de bescherming van kuikens;
- —
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (17) met betrekking tot gezondheidsvoorschriften inzake dierlijke bijproducten;
- —
Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad (18) met betrekking tot de bescherming van dieren bij het doden;
- —
Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad (19) met betrekking tot de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt;
- —
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 636/2014 van de Commissie (20) met betrekking tot de handel in niet-onthuid grof vrij wild;
- —
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie (21) met betrekking tot officiële controles op Trichinella, en
- —
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (22) met betrekking tot veterinairrechtelijke voorschriften.
- (3)
De praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van producten van dierlijke oorsprong moeten in acht worden genomen, waarbij een minimumniveau van officiële controles noodzakelijk is om mogelijke erkende eenvormige gevaren en risico's van producten van dierlijke oorsprong aan te pakken, en waarbij alle aspecten worden bestreken die van belang zijn voor de bescherming van de menselijke gezondheid en, zo nodig, de diergezondheid en het dierenwelzijn. Deze voorschriften moeten gebaseerd zijn op de meest recente relevante informatie en op wetenschappelijk bewijs in de adviezen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA).
- (4)
Op 31 augustus 2011 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht inzake de gevaren voor de menselijke gezondheid die tijdens vleeskeuringen (varkens) moeten worden onderzocht (23). De aanbevelingen in dat advies zijn verwerkt in de in Verordening (EG) nr. 854/2004 vastgestelde voorschriften voor de keuringen van varkensvlees en moeten in de in deze verordening vastgestelde voorschriften worden gehandhaafd.
- (5)
Op 23 mei 2012 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht inzake de gevaren voor de menselijke gezondheid die tijdens vleeskeuringen (pluimvee) moeten worden onderzocht (24). In dat advies wordt vastgesteld dat Campylobacter spp. en salmonella spp. de belangrijkste gevaren zijn die bij keuringen van pluimveevlees moeten worden onderzocht via een geïntegreerd systeem ter waarborging van de voedselveiligheid, dat kan worden gerealiseerd door verbeterde informatie over de voedselketen (IVK) en op risico gebaseerde interventies.
- (6)
Op 6 juni 2013 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht inzake de gevaren voor de menselijke gezondheid die tijdens vleeskeuringen (runderen) moeten worden onderzocht (25). In dat advies wordt vastgesteld dat salmonella spp. en pathogene verocytotoxine-producerende Escherichia coli (E. coli) de belangrijkste gevaren zijn die bij keuringen van runderen moeten worden onderzocht. In het advies wordt aangeraden de palpatie en insnijding tijdens de post-mortemkeuring van normaal geslachte dieren niet uit te voeren, aangezien dat de verspreiding en kruisbesmetting met de prioritaire biologische gevaren zou verminderen. De palpaties en insnijdingen tijdens de post-mortemkeuring, die noodzakelijk zijn voor het onderzoek naar de aanwezigheid van tuberculose en Taenia saginata (lintworm) cysticercose, moeten echter worden gehandhaafd.
- (7)
Op 6 juni 2013 heeft de EFSA ook een wetenschappelijk advies uitgebracht inzake de gevaren voor de menselijke gezondheid die tijdens keuringen van schapen- en geitenvlees moeten worden onderzocht (26). In dat advies wordt vastgesteld dat pathogene verocytotoxine-producerende (E. coli) het belangrijkste gevaar is dat bij keuringen van schapen en geiten moet worden onderzocht. In het advies wordt ook aangeraden om palpaties en insnijdingen voor zover mogelijk niet uit te voeren bij de post-mortemkeuring van normaal geslachte schapen en geiten. Palpaties en insnijdingen voor de surveillance van tuberculose en distomatose moeten echter worden gehandhaafd bij oudere dieren, met het oog op het toezicht op de menselijke gezondheid en de diergezondheid.
- (8)
Op 6 juni 2013 heeft de EFSA ook een wetenschappelijk advies uitgebracht inzake de gevaren voor de menselijke gezondheid die tijdens vleeskeuringen (eenhoevige dieren) moeten worden onderzocht (27). In dat advies wordt aangeraden eenhoevige dieren alleen visueel te keuren, wat een aanzienlijke gunstige invloed zou kunnen hebben op de microbiologische status van het karkasvlees van eenhoevigen. Het wordt onwaarschijnlijk geacht dat een dergelijke keuring invloed heeft op het algehele toezicht op dierziekten.
- (9)
Op 6 juni 2013 heeft de EFSA ook een wetenschappelijk advies uitgebracht inzake vleeskeuringen van gekweekt wild. In dat advies wordt aangeraden om palpaties en insnijdingen niet uit te voeren tenzij onregelmatigheden worden vastgesteld, terwijl tegelijkertijd wordt benadrukt dat een dergelijk nalaten gevolgen zou kunnen hebben voor het algehele toezicht op tubercolose.
- (10)
Met de in deze EFSA-adviezen opgenomen aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong. Ook moet het mogelijke effect op de handel met derde landen in aanmerking worden genomen. Tegelijkertijd moet een soepele overgang van de in Verordening (EG) nr. 854/2004 vastgestelde huidige voorschriften worden gewaarborgd.
- (11)
De praktische regelingen moeten van toepassing zijn op officiële controles van producten van dierlijke oorsprong die zijn vastgelegd in artikel 18 van Verordening (EU) 2017/625 en in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie (28). Deze praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles moeten eenvormig zijn en de toepassing van de voorschriften voor een minimumniveau van officiële controles vergemakkelijken, waarbij als vastgesteld in artikel 16 van Verordening (EU) 2017/625 rekening wordt gehouden met de grootte van kleine ondernemingen door het niet-discriminerend gebruik van een productiedrempel.
- (12)
Aangezien de structuur van slachthuizen en wildbewerkingsinrichtingen van lidstaat tot lidstaat verschilt, moet die drempel worden gebaseerd op het aantal geslachte of verwerkte dieren, of aantoonbaar een beperkt en vast percentage van het op de markt gebrachte vlees vertegenwoordigen. In artikel 17, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1099/2009 worden grootvee-eenheden gedefinieerd en worden omrekeningsgetallen vastgesteld om het aantal dieren van een bepaalde diersoort in dergelijke grootvee-eenheden uit te drukken. Deze bepalingen moeten worden gebruikt om drempels vast te stellen en afwijkingen van bepaalde voorschriften voor zover mogelijk te harmoniseren op basis van de omvang van een slachthuis.
- (13)
Specifieke voorschriften voor audits door de bevoegde autoriteiten moeten ook worden gehandhaafd om de eenvormige praktische toetsing aan de voorschriften van de Unie voor producten van dierlijke oorsprong te waarborgen. Audits zijn met name van belang voor de controle van algemene en specifieke hygiënevoorschriften en de toepassing van op gevarenanalyse en kritisch controlepunt (HACCP) gebaseerde procedures.
- (14)
Toetsing aan de voorschriften voor identificatiemerken in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, zoals momenteel vastgesteld in Verordening (EG) nr. 854/2004, moet worden gehandhaafd om de dieren te kunnen traceren.
- (15)
Ante-mortem- en post-mortemkeuringen zijn van wezenlijk belang voor het toetsen van de voorschriften inzake de menselijke gezondheid, de diergezondheid en het dierenwelzijn. Om minimaal het in Verordening (EG) nr. 854/2004 voorziene beschermingsniveau van de menselijke gezondheid en de diergezondheid te waarborgen en daarnaast eerlijke handel op een open markt te waarborgen, is het noodzakelijk eenvormige praktische voorschriften voor dergelijke keuringen vast te stellen, met inbegrip van gevallen waarin de officiële controles worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts. De officiële controles van vers vlees moeten worden aangevuld met passende documentencontroles, controles van de veilige verwijdering van gespecificeerd risicomateriaal, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 999/2001, controles van andere dierlijke bijproducten en, zo nodig, laboratoriumtests.
- (16)
Het is belangrijk gevallen aan te wijzen waarin niet-naleving wordt vermoed of vastgesteld en waarin de bevoegde autoriteiten maatregelen moeten nemen in verband met bepaalde producten van dierlijke oorsprong. Bij niet-naleving van de goede hygiënische praktijken moeten de bevoegde autoriteiten ook corrigerende maatregelen nemen.
- (17)
Het in artikel 3, punt 51, van Verordening (EU) 2017/625 gedefinieerde gezondheidsmerk heeft betrekking op vlees van bepaalde diersoorten en bevestigt dat het vlees geschikt is voor menselijke consumptie. Technische voorschriften van het gezondheidsmerk en praktische regelingen voor het aanbrengen ervan moeten op een specifieke en eenvormige manier worden vastgesteld om aan te geven of het vlees geschikt is voor menselijke consumptie en om handelsverstoringen te voorkomen.
- (18)
In Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie (29) zijn onder andere uitvoeringsmaatregelen vastgelegd voor de organisatie van officiële controles uit hoofde van Verordening (EG) nr. 854/2004 met betrekking tot erkende testmethoden voor mariene biotoxines in levende tweekleppige weekdieren, testmethoden voor rauwe melk en voor warmtebehandelde melk, officiële controles van visserijproducten, en vleeskeuring. Het is nodig alle uitvoeringsmaatregelen voor de organisatie van officiële controles samen te voegen in deze verordening, met inbegrip van de uitvoeringsmaatregelen in Verordening (EG) nr. 2074/2005. Zij moeten worden geschrapt uit Verordening (EG) nr. 2074/2005.
- (19)
De huidige voorwaarden voor de indeling en monitoring van ingedeelde productie- en heruitzettingsgebieden voor levende tweekleppige weekdieren zijn doeltreffend gebleken en waarborgen een hoge beschermingsgraad van consumenten. Zij moeten derhalve worden gehandhaafd.
- (20)
Een referentiemethode voor de analyse van E. coli in levende tweekleppige weekdieren, zoals momenteel vastgelegd in Verordening (EG) nr. 854/2004, moet worden gehandhaafd.
- (21)
De grenswaarden voor mariene biotoxines zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 853/2004. Met name wordt in bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, punt 2, bij die verordening bepaald dat levende tweekleppige weekdieren geen mariene biotoxines mogen bevatten die in totale hoeveelheden (gemeten in het hele dier of elk afzonderlijk eetbaar deel) de in dat hoofdstuk vastgestelde maximumwaarden overschrijden.
- (22)
Specifieke voorschriften voor de uitvoering van de officiële controles en de eenvormige minimale frequentie van dergelijke controles van rauwe melk en zuivelproducten moeten worden vastgesteld om een hoge beschermingsgraad van consumenten en eerlijke concurrentie tussen levensmiddelenbedrijven te waarborgen.
- (23)
Specifieke voorschriften voor de uitvoering van de officiële controles en de eenvormige minimale frequentie van dergelijke controles van visserijproducten moeten worden vastgesteld om een hoge beschermingsgraad van consumenten en eerlijke concurrentie tussen levensmiddelenbedrijven te waarborgen. Die controles moeten tenminste een regelmatige controle omvatten van de hygiënische omstandigheden waarin de aanlanding en eerste verkoop plaatsvinden, regelmatige inspecties van vaartuigen en inrichtingen, met inbegrip van visafslagen en groothandelsmarkten, en controles van de opslag en het vervoer. Specifieke voorschriften voor de controle van vaartuigen moeten ook worden vastgesteld.
- (24)
Die controles moeten ook praktische regelingen bevatten met betrekking tot organoleptisch onderzoek, versheidsindicatoren, controles op histaminen, residuen en verontreinigingen, en microbiologische controles. Speciale aandacht moet worden besteed aan de controles op parasieten en de controles van giftige visserijproducten. Visserijproducten die niet aan die hygiënevoorschriften voldoen, moeten ongeschikt voor menselijke consumptie worden verklaard.
- (25)
Er moeten ook speciale voorschriften worden vastgesteld betreffende de officiële controles van visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en de Unie binnenkomen na al dan niet met opslag in derde landen te zijn overgeladen.
- (26)
De belangstelling voor het produceren en in de handel brengen van reptielenvlees neemt toe. Om de veiligheid van reptielenvlees te waarborgen, is het relevant om specifieke officiële controles voor de slacht te introduceren ter aanvulling op de in Verordening (EG) nr. 852/2004 vastgestelde bestaande hygiënevoorschriften en de in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 vastgelegde Trichinella-controles.
- (27)
Verordening (EG) nr. 2074/2005 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (28)
Aangezien Verordening (EG) nr. 854/2004 met ingang van 14 december 2019 bij Verordening (EU) 2017/625 wordt ingetrokken, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.
- (29)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206).
Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van Richtlijn 85/358/EEG, Richtlijn 86/469/EEG, Beschikking 89/187/EEG en Beschikking 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11).
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31).
Beschikking 2003/467/EG van de Commissie van 23 juni 2003 houdende erkenning van bepaalde lidstaten en delen van lidstaten als officieel tuberculosevrij, officieel brucellosevrij en officieel vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen (PB L 156 van 25.6.2003, blz. 74).
Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 124/2009 van de Commissie van 10 februari 2009 tot vaststelling van maximumgehalten voor coccidiostatica en histomonostatica in levensmiddelen als gevolg van niet te voorkomen versleping van die stoffen naar niet-doeldiervoeders (PB L 40 van 11.2.2009, blz. 7).
Richtlijn 2007/43/EG van de Raad van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (PB L 182 van 12.7.2007, blz. 19).
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1).
Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 636/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 betreffende een modelcertificaat voor de handel in niet-onthuid grof vrij wild (PB L 175 van 14.6.2014, blz. 16).
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’ (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).
EFSA Journal (2011);9(10):2351.
EFSA Journal 2012;10(6):2741.
EFSA Journal 2013;11(6):3266.
EFSA Journal 2013;11(6):3265.
EFSA Journal 2013;11(6):3263.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 27).