3.5 Causaal verband bij schending van de civielrechtelijke zorgplicht door de beleggingsdienstverlener

Uit de vorige paragraaf blijkt welke verplichtingen concreet uit de civielrechtelijke zorgplicht kunnen voortvloeien. Indien schending van de civielrechtelijke zorgplicht vaststaat en dus sprake is van een onrechtmatige daad of een tekortkoming in de nakoming van een contractuele verbintenis, staat het recht op schadevergoeding nog niet vast. Daarvoor moet een causaal verband aanwezig zijn.1 In principe is het navolgende van toepassing in de verhouding tussen beleggingsdienstverlener en zowel particuliere als niet-particuliere cliënten, de jurisprudentie van de Hoge Raad over causaal verband die in deze paragraaf aan bod komt daargelaten.2

Op de beleggingsdienstverlener rust slechts de verplichting om de schade te vergoeden indien de geleden schade het gevolg is van de tekortkoming in de nakoming of onrechtmatige daad.3 Oftewel de beleggingsdienstverlener hoeft slechts schade te vergoeden indien schending van de civielrechtelijke zorgplicht ook de oorzaak is van de ontstane schade. De toets van het causale verband bestaat uit twee stappen. Allereerst moet het csqn-verband uitwijzen of de aangenomen aansprakelijkheidsgrond noodzakelijk is voor het ontstaan van de schade. Ten tweede komt de ontstane schade slechts voor vergoeding in aanmerking indien de schade ook toe te rekenen is aan de schadeveroorzakende gebeurtenis.4