RAR 2024/37
Onverwijlde opzegging. Hoe dient de onverwijldheid van het ontslag op staande voet te worden beoordeeld indien de dringende reden bestaat uit een samenstel van gronden?
HR 01-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1668
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
23/00444
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS946292:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1668, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:642, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑06‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2022
- Wetingang
Art. 7:677 lid 1 BW
Essentie
Onverwijlde opzegging. Ontslag op staande voet. Dringende reden.
Hoe dient de onverwijldheid van het ontslag op staande voet te worden beoordeeld indien de dringende reden bestaat uit een samenstel van gronden waarnaar de werkgever voorafgaand aan het ontslag op staande voet onderzoek heeft laten doen?
Samenvatting
Werknemer was in dienst van Econocom als Strategic Operations Director en lid van het managementteam. Werknemer was onder meer verantwoordelijk voor een grote klant. Begin januari 2020 meldde werknemer zich ziek, waarna de co-ceo van Econocom het dossier van deze grote klant heeft waargenomen. De co-ceo stuitte daarbij op onregelmatigheden, waarna is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.