Einde inhoudsopgave
Multilaterale Overeenkomst betreffende ‘en route’-heffingen
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
12-02-1981, Trb. 1981, 181 (uitgifte: 17-08-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-1986, Trb. 1986, 9 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ieder geschil dat tussen de Overeenkomstsluitende Staten of tussen de Overeenkomstsluitende Staten en EUROCONTROL, vertegenwoordigd door de uitgebreide Commissie, mocht ontstaan ten aanzien van de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst of van zijn bijlagen, en dat niet kan worden opgelost door rechtstreekse onderhandelingen of op enige andere wijze geregeld, wordt op verzoek van een van de partijen aan arbitrage onderworpen.
2.
Te dien einde wijst elk der partijen in elk voorkomend geval een arbiter aan en de arbiters benoemen in onderlinge overeenstemming een derde arbiter.
3.
Het scheidsgerecht bepaalt zijn eigen werkwijze.
4.
Elke partij draagt zelf de kosten van haar arbiter en haar vertegenwoordiging tijdens de procedure voor het scheidsgerecht; de kosten die betrekking hebben op de derde arbiter en de andere kosten worden door de partijen ieder voor een gelijk deel gedragen. Het scheidsgerecht kan echter een ongelijke verdeling van de kosten vaststellen indien het dit passend acht.
5.
De beslissingen van het scheidsgerecht zijn bindend voor de partijen bij het geschil.