Einde inhoudsopgave
Verenwet
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Door Onzen Minister voornoemd met de uitvoering van Ons besluit of door Gedeputeerde Staten wordt mededeling gedaan op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze:
- a.
dat tot opheffing van het door aanwijzing der eindpunten van het veer te omschrijven veerrecht tegen schadeloosstelling zal worden overgegaan;
- b.
dat zij, die aanspraak maken op het veerrecht of het vruchtgebruik daarvan, vóór eenen bij de mededeling te bepalen dag schriftelijk van een en ander aangifte moeten doen aan Onzen Commissaris in de provincie, waarin het veer is gelegen.
2.
Mededeling wordt tevens gedaan aan de gerechtigden tot het veerrecht en aan degenen die het veer bedienen.
3.
Tusschen de mededeling en den dag vóór welken de aangifte moet geschieden, moet een tijdruimte van ten minste drie maanden worden gelaten.
4.
Is het veer in meer dan een provincie gelegen, dan wordt Onze Commissaris in één dier provinciën bij Ons besluit of bij het besluit van de Gedeputeerde Staten van betrokken provincies aangewezen om de aangifte in ontvangst te nemen, en wordt die aanwijzing in de mededeling vermeld.
5.
Onze Commissaris teekent den dag van ontvangst op de aangifte aan en geeft een gedagteekend bewijs van ontvangst af.