Einde inhoudsopgave
Verenwet
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De rechter-commissaris bepaalt ten verzoeke van de meest gereede partij in overleg met de deskundigen den dag, het uur en de plaats, waarop het onderzoek der deskundigen zal aanvangen, en doet die beslissing door den griffier schriftelijk ter kennis brengen van de partijen en de deskundigen.
2.
Hij benoemt andere deskundigen in de plaats van degenen, die niet zijn opgekomen of die weigeren aan hunne verplichtingen te voldoen.
3.
Hij stelt de verschenen partijen in de gelegenheid de stukken mede te deelen en de gronden aan te voeren, welke tot bepaling der schadeloosstelling kunnen leiden.
4.
Hij hoort de getuigen, waarvan het verhoor door een of meer der partijen wordt verlangd, en die te dien einde zijn medegebracht of ten minste drie dagen van te voren bij exploot zijn opgeroepen.
5.
Wraking van getuigen wordt niet toegelaten.
6.
De voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering omtrent het getuigenverhoor en het bericht van deskundigen zijn ten deze niet van toepassing.
7.
De namen en woonplaatsen der getuigen, die een partij wenscht te doen hooren, worden ten minste drie dagen vóór het verhoor aan de wederpartij medegedeeld.
8.
De getuigen worden onder eede gehoord.
9.
Indien een getuige, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschijnt, weigert den eed af te leggen, of weigert op de hem gestelde vragen te antwoorden, wordt hij door den rechter-commissaris veroordeeld tot vergoeding der tevergeefs gemaakte kosten, onverminderd zijne gehoudenheid jegens partijen tot vergoeding van kosten, schaden en interessen. De getuige, die niet is verschenen, kan door indiening van een verzoek bij den rechter-commissaris in verzet komen, en wordt van de tegen hem uitgesproken veroordeeling ontheven, indien hij aantoont door te billijken redenen verhinderd te zijn geweest om te verschijnen.
10.
Nadat de getuigen zijn gehoord, worden partijen andermaal in de gelegenheid gesteld om hare bewering toe te lichten.
11.
Indien het onderzoek moet worden uitgesteld of verdaagd, hetgeen staat ter beslissing van den rechter-commissaris, worden dag, uur en plaats der verdere behandeling door dezen bepaald en aan de verschenen partijen, deskundigen en getuigen medegedeeld.
12.
De rechter-commissaris bepaalt den dag, waarop het rapport der deskundigen vergezeld van de door partijen overgelegde stukken, ter griffie van de rechtbank moet worden neergelegd.
13.
De griffier maakt van het bij het onderzoek gebeurde een proces-verbaal op, dat door den rechter-commissaris en door hem wordt onderteekend.