Einde inhoudsopgave
Verenwet
Artikel 42
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2023
- Bronpublicatie:
25-01-2023, Stb. 2023, 41 (uitgifte: 10-02-2023, kamerstukken: 36212)
- Inwerkingtreding
01-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2023, Stb. 2023, 97 (uitgifte: 27-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Binnen een maand, nadat het besluit tot opheffing van het veerrecht is genomen, wordt door Onze Minister of door gedeputeerde staten in artikel 19 bedoeld, aan de pachter mededeling gedaan in hoeverre hem schadeloosstelling wordt aangeboden.
2.
Is die mededeling achterwege gebleven of neemt de pachter daarmede geen genoegen, dan kan hij hetzij vóór de dag bedoeld in de aanhef van artikel 34 tussenkomen in het geding bedoeld in artikel 23, indien dit gevoerd wordt, ten einde ook zijn schadeloosstelling te doen vaststellen, hetzij zijn eis zelfstandig aanbrengen bij de rechtbank, waarvoor gemeld geding gevoerd is of wordt, of gevoerd had kunnen worden.
3.
In dit laatste geval moet de dagvaarding op straffe van nietigheid de som vermelden, die als schadeloosstelling wordt gevraagd, terwijl de conclusie van de verweerder de aangeboden som moet noemen.
4.
De rechtbank zal alsdan kunnen bevelen dat geprocedeerd wordt overeenkomstig de artikelen 34 en 35.
5.
Het eerste lid van artikel 39 is op de schadeloosstelling van de pachter van toepassing.
6.
De kosten, veroorzaakt door het geschil over deze schadeloosstelling, komen ten laste van de verweerder, tenzij de rechtbank in de omstandigheden van het geding termen vindt om de kosten geheel of voor een deel te compenseren, behoudens dat de kosten geheel door de eiser worden gedragen, indien hem niet meer wordt toegewezen dan bij conclusie werd aangeboden.