Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2024/1788 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2023/1791 en tot intrekking van Richtlijn 2009/73/EG (herschikking)
Artikel 80 Regionale samenwerking tussen regulerende instanties voor grensoverschrijdende kwesties
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1788 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1788)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1788 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1788)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Energierecht / Energieopwekking
1.
De regulerende instanties werken onderling nauw samen en raadplegen elkaar, en met name binnen ACER, en voorzien elkaar en ACER van alle informatie die zij nodig hebben voor de uitvoering van hun taken uit hoofde van deze richtlijn. Wat de ontvangen informatie betreft, waarborgt de ontvangende instantie dezelfde graad van vertrouwelijkheid als van de verzendende instantie wordt verlangd.
2.
De regulerende instanties werken ten minste samen op regionaal niveau om:
- a)
de invoering van operationele regelingen te bevorderen, teneinde een optimaal beheer van het net mogelijk te maken, gemeenschappelijke aardgas- en waterstofbeurzen en de toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit te stimuleren, en een adequaat niveau van interconnectiecapaciteit binnen de regio en tussen de regio's mogelijk te maken, mede door nieuwe interconnecties, om de ontwikkeling van daadwerkelijke mededinging mogelijk te maken en de leveringszekerheid te verbeteren zonder tussen leveringsbedrijven uit verschillende lidstaten te discrimineren;
- b)
de ontwikkeling van alle netcodes voor de relevante transmissiesysteembeheerders, waterstofnetbeheerders en andere marktdeelnemers te coördineren;
- c)
de ontwikkeling van de regels inzake congestiebeheer te coördineren;
- d)
te waarborgen dat juridische entiteiten die de taken van transmissiesysteembeheerders en netbeheerders op grensoverschrijdend of regionaal niveau vervullen, de regelgeving naleven.
3.
De regulerende instanties hebben het recht om met elkaar regelingen aan te gaan ter bevordering van samenwerking op het gebied van regulering.
4.
De in lid 2 bedoelde taken worden, zo mogelijk, uitgevoerd in nauwe samenwerking met andere betrokken nationale instanties en onverminderd hun eigen specifieke bevoegdheden.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 90 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze richtlijn aan te vullen door richtsnoeren vast te stellen betreffende de omvang van de taken van regulerende instanties wat betreft hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met ACER.
6.
De regulerende instanties, of in voorkomend geval andere bevoegde instanties, kunnen overleg plegen en samenwerken met de betrokken autoriteiten van derde landen, met inbegrip van de landen die partij zijn bij de Energiegemeenschap, wat de exploitatie van de aardgas- en waterstofinfrastructuur van en naar derde landen betreft, om ervoor te zorgen dat deze richtlijn met betrekking tot de betrokken infrastructuur consequent wordt toegepast op het grondgebied en in de territoriale wateren van een lidstaat.