Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.2.49 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 01-03-2024 tot 01-04-2025
- Bronpublicatie:
23-02-2024, Stcrt. 2024, 6013 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: WJZ/ 45570775)
- Inwerkingtreding
01-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2024, Stcrt. 2024, 6013 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: WJZ/ 45570775)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:
- a.
niet uiterlijk op 18 april 2024 vóór 17.00 uur een vooraanmelding is ingediend;
- b.
na toepassing van artikel 4.2.49a, eerste en tweede lid, minder dan 6 punten per criterium zijn toegekend;
- c.
in geval aan een samenwerkingsverband één of meer onderzoeksorganisaties deelnemen, de subsidiabele kosten voor meer dan 50 procent door de onderzoeksorganisatie of de onderzoeksorganisaties gezamenlijk worden gemaakt;
- d.
de subsidiabele kosten minder dan € 2.000.000 bedragen;
- e.
de aanvraag voor zover het overige projectactiviteiten betreft die worden uitgevoerd door ondernemingen, activiteiten bevat die direct verband houden met:
- 1°
de omvang van de uitvoer naar andere lidstaten van de Europese Unie of derde landen;
- 2°
het oprichten en exploiteren van een distributienet ten behoeve van de uitvoer; of
- 3°
andere lopende uitgaven direct verband houdend met activiteiten op het gebied van uitvoer;
- f.
het MOOI-project betrekking heeft op MOOI-missie Industrie, innovatiethema 3, opgenomen in bijlage 4.2.6, en slechts binnen één van de subthema’s daarvan past;
- g.
het MOOI-project betrekking heeft op eerste generatie biogrondstoffen uit bestaande gewassen, passend binnen MOOI-missie Industrie, innovatiethema 3, subthema 3c, opgenomen in bijlage 4.2.6, en lager is gerangschikt dan een ander MOOI-project dat hier ook betrekking op heeft.