Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/191
191 Door wie kan een rechtsmiddel worden ingesteld; termijn
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS455832:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Voetnoten
Voetnoten
HR 6 februari 1987, ECLI:NL:HR:1987:AG5533, NJ 1988, 1, m.nt. W.H. Heemskerk (Slingerland/ Gemeente Amsterdam); HR 15 september 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1809, NJ 1996, 159, m.nt. H.E. Ras (Perrier/Marceau).
HR 27 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0510, NJ 2012, 626, m.nt. H.J. Snijders en JBPr 2012, 4, m.nt. F.J.H. Hovens (Denkavit/De Boer).
Hof Arnhem-Leeuwarden 26 november 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8971.
Volgens het inleidende verzoekschrift hield het vermeende slachtoffer het bisdom verantwoordelijk voor zijn schade op grond van art. 6:170 BW (het bisdom was de werkgever van X) en art. 6:162 BW (onrechtmatige daad vanwege nalatigheid).
Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en de verschenen belanghebbenden binnen drie maanden na de dag van de beschikking (art. 358 lid 2 Rv). Niet verschenen belanghebbenden kunnen hoger beroep instellen1 binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden (art. 358 lid 2 Rv).2 In een zaak waarin een voorlopig getuigenverhoor was bevolen op verzoek van een vermeend slachtoffer van seksueel misbruik tegen het bisdom Utrecht, stelde degene die het misbruik zou hebben gepleegd (X) hoger beroep in tegen de beschikking waarbij het voorlopig getuigenverhoor was bevolen.3 Volgens het inleidende verzoekschrift hield het vermeende slachtoffer het bisdom aansprakelijk voor zijn schade; de hoofdzaak zou dus gevoerd worden tussen het slachtoffer en het bisdom en niet tussen het slachtoffer en X.4 Het hof merkte X terecht aan als belanghebbende. Als veroorzaker van de schade was X nauw bij het onderwerp van het voorlopig getuigenverhoor betrokken en kon hij door de uitkomst van het verhoor zodanig in zijn eigen belang worden getroffen dat daarin een eigen belang was gelegen om als belanghebbende te worden aangemerkt en hoger beroep te mogen instellen. X heeft naar mijn mening een ongeveer gelijk of groter belang bij de procedure tussen het slachtoffer en het bisdom, omdat in die procedure moet worden vastgesteld of, en op welke wijze, X het slachtoffer seksueel heeft misbruikt (zie par. 5.4). Uiteraard geldt ook voor de niet verschenen belanghebbenden het appelverbod; de belanghebbende kan alleen in hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek. Cassatieberoep kan worden ingesteld door degenen die in eerste aanleg of hoger beroep verschenen zijn, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak (art. 426 lid 1 Rv). Ook hier geldt, dat het rechtsmiddel alleen tegen de afwijzing van een voorlopig getuigenverhoor kan worden ingesteld.