Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/8.4.7:8.4.7 Conclusie
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/8.4.7
8.4.7 Conclusie
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS583975:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Toon alle voetnoten
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hierna volgt de matrix waarin de verschillende aftrekbeperkingen worden weergegeven en gecategoriseerd.
Artikel/
arrest
Korte omschrijving
Hoofdstuk
Categorie
BNB 1988/ 217
De rente betaald op een geldverstrekking die de civielrechtelijke vorm heeft van een lening, maar feitelijk kwalificeert als kapitaal is niet aftrekbaar. Van zo’n uitzondering is sprake bij:
– een schijnlening;
– een bodemlozeputlening;
– een deelnemerschapslening.
3
Totaalwinstbewaker
Art. 8c
Renten ter zake van rechtens dan wel in feite direct of indirect samenhangende geldlening is niet aftrekbaar indien door de belastingplichtige met betrekking tot die geldleningen of rechtsverhoudingen per saldo geen reële risico’s worden gelopen.
2
Buitenlands belastingsysteembewaker (en beperking verrekening bronbelasting)
Art. 10, lid 1, onderdeel d
Rente ter zake van leningen die bepaalde kenmerken hebben van eigen vermogen, is niet aftrekbaar.
4
Totaalwinstbewaker (buitenlands belastingsysteembewaker)
HR 19 juni 1996, BNB 1996/299- 300 en art. 10b
Ter zake van een converteerbare obligatielening is slechts periodiek verschuldigde rente aftrekbaar en geen bedrag ter zake van het conversierecht.
2
Evenwichtbewaker
HR 8 juli 1986, BNB 1986/294- 295
In bepaalde situaties hangt de renteaftrek in de vennootschapsbelasting af van de behandeling van de rente in de inkomstenbelasting.
2
Evenwichtbewaker
Art. 10a, lid 1
Rente ter zake van een aan de rechthebbende rechtens dan wel in feite direct of indirect schuldig gebleven winstuitdeling, teruggaaf van gestort kapitaal, kapitaalstorting of verstrekking/ aflossing van een hybride lening is niet aftrekbaar.
6
Grondslagbewaker
Art. 10a, lid 2
Rente ter zake van een lening die rechtens dan wel in feite is afgesloten bij een verbonden persoon, is van aftrek uitgesloten indien de lening verband houdt met een aantal nader in de wet omschreven rechtshandelingen.
6
Grondslagbewaker
Art. 10d
Een deel van de rentelasten is niet aftrekbaar indien een vennootschap met ‘te veel’ vreemd vermogen is gefinancierd.
7
Grondslagbewaker (na het vervallen van art. 13, lid 1)
Art. 13, lid 1 (tot 1 januari 2004)
Rente die verband houdt met deelnemingen is niet aftrekbaar indien deze rente geen verband houdt met in Nederland belastbare winst.
7 (art. 13)
Systeembewaker
Art. 13a
Rente die verband houdt met een bezitting die geen deelneming is op grond van art. 13, lid 2 tweede of derde volzin, is slechts aftrekbaar voor zover tot de winst positieve voordelen behoren van die bezitting.
2 (art. 13a)
Art. 15ad, lid 1 (vergelijk ook art. 14a, lid 8, art. 14b, lid 6)
Een overnameholding mag de rente die is verschuldigd aan een verbonden lichaam gedurende de eerste acht jaar niet afzetten tegen de winst van de gekochte (werk)maatschappij.
6
Grondslagbewaker (buitenlands belastingsysteembewaker)
Matrix 2: Overzicht renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting en categorisering
Uit deze matrix blijkt dat de bestaande renteaftrekbeperkingen voortkomen uit zeer uiteenlopende oorzaken. Een vergelijking tussen de renteaftrekbeperkingen is daarom vrijwel onmogelijk. Daarom bestaat er voor de onderscheidenlijke problemen in de verschillende renteaftrekbeperkingen niet één universele oplossing.1
Ondanks de verschillen vallen grosso modo twee rode lijnen te ontdekken in de meeste renteaftrekbeperkingen. Allereerst vormen alle nog bestaande wettelijke af-trekbeperkingen in meer of mindere mate een reactie op voor de schatkist ongunstige jurisprudentie. Deze bepalingen zijn mijns inziens daarom lapmiddelen, zonder dat er een weldoordacht systeem in valt te ontdekken.2 Het tweede punt is dat de meeste aftrekbeperkingen zien op rentebetalingen tussen gelieerde personen. In veel gevallen betreft het namelijk structuren, die door middel van rentestromen de Nederlandse heffingsgrondslag eroderen ten gunste van een gelieerde niet-belastingplichtige partij of een gelieerde partij gevestigd in een land waar de rentebaten niet of tegen een relatief laag tarief worden belast.