Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma's en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten
Artikel 29 Afwijkingen van de beperking van verplaatsingen van dieren vanuit besmette inrichtingen
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/689)
- Inwerkingtreding
23-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/689)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
In afwijking van artikel 26, lid 1, kan de bevoegde autoriteit toestemming verlenen voor verplaatsing van klinisch gezonde dieren, met uitzondering van bevestigde gevallen, naar een inrichting die onder haar officiële toezicht staat, mits aan de volgende voorschriften wordt voldaan:
- a)
de verplaatsing brengt de gezondheidsstatus van de dieren in de inrichting van bestemming of langs de route naar die bestemming niet in gevaar;
- b)
de dieren worden alleen via rechtstreeks vervoer verplaatst, en
- c)
in de inrichting van bestemming worden de dieren in gesloten voorzieningen gehouden zonder contact te hebben met gehouden dieren met een hogere gezondheidsstatus of met wilde dieren van de voor de desbetreffende ziekte in de lijst opgenomen soorten.
2.
In afwijking van artikel 26, lid 1, kan de bevoegde autoriteit, in het geval van een ziekte van categorie C, toestemming verlenen voor verplaatsing van klinisch gezonde dieren van de desbetreffende betrokken dierpopulatie, met uitzondering van bevestigde gevallen, mits:
- a)
zij, indien nodig via rechtstreeks vervoer, worden verplaatst naar een inrichting in een gebied dat noch ziektevrij is, noch onder een optioneel uitroeiingsprogramma valt, en
- b)
de verplaatsing de gezondheidsstatus van de betrokken of aanvullende dierpopulaties in de inrichting van bestemming of langs de route naar die bestemming niet in gevaar brengt.
3.
Wanneer wordt gebruikgemaakt van de in lid 1 bedoelde afwijking trekt de bevoegde autoriteit de ziektevrije status van de inrichting van bestemming van de dieren waarop de afwijking van toepassing is, in en:
- a)
gelast zij de verplaatsing van de dieren via rechtstreeks vervoer, binnen een door haar vast te stellen maximumtermijn, van de inrichting van bestemming naar een aangewezen slachthuis om daar onmiddellijk te worden geslacht, of
- b)
gelast zij, in het geval van een ziekte van categorie C, de uitvoering van de ziektebestrijdingsmaatregelen van de artikelen 26 tot en met 30 totdat de ziektevrije status van de inrichting opnieuw is verkregen.
4.
De bevoegde autoriteit mag slechts gebruikmaken van de in de leden 1 en 2 vastgestelde afwijkingen indien de exploitanten van de inrichtingen van oorsprong en van bestemming en de vervoerders van de dieren waarop de afwijkingen van toepassing zijn:
- a)
passende biobeveiligings- en andere risicobeperkingsmaatregelen toepassen zoals vereist om de verspreiding van de ziekte te voorkomen, en
- b)
ten aanzien van de bevoegde autoriteit de garanties bieden dat alle noodzakelijke biobeveiligings- en andere risicobeperkingsmaatregelen zijn genomen.