Einde inhoudsopgave
Algemene Plaatselijke Verordening 2008
Artikel 1.11
Geldend
Geldend vanaf 15-08-2016
- Redactionele toelichting
Wordt vanaf 18-03-2022 niet meer bijgewerkt. Zie voor de geldende tekst www.officielebekendmakingen.nl.
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Gemeenteblad 2016, 112346 (uitgifte: 12-08-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-08-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2016, Gemeenteblad 2016, 112346 (uitgifte: 12-08-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemene plaatselijke verordening
1.
Onder experiment wordt in dit artikel verstaan: het tijdelijk afwijken van een of meer bepalingen in deze verordening met het oog op het verzamelen van gegevens om te beoordelen of de afwijking permanent kan worden gemaakt.
2.
Het college of de burgemeester kan, ieder voor zover hem deze bevoegdheid toekomt, bij wijze van experiment besluiten om af te wijken van de volgende onderdelen in deze verordening:
- a.
artikel 2.40 (vergunningplicht evenement), 2.47 (evenementen in gebouwen), artikelen 2.49 tot en met 2.52 (uitoefenen beroep op de weg);
- b.
artikel 3.8 (exploitatievergunning), 3.12, 3.13 (openingstijden), 3.17 (terrassen), 3.18 (verbod op terras);
- c.
artikel 4.2 tot en met 4.5 (vastmaken en plaatsen van voorwerpen), artikel 4.7 en 4.8 (plakken en kladden), artikel 4.10 tot en met 4.12 (reclame), artikel 4.20 tot en met 4.27 (parkeerexcessen).
3.
Voordat het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester een besluit, bedoeld in het tweede lid, neemt, zendt het college of de burgemeester het ontwerpbesluit naar de gemeenteraad en wordt de gemeenteraad gedurende vier weken in de gelegenheid gesteld zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Het college of de burgemeester informeert de gemeenteraad over het definitieve besluit en reageert daarbij op de wensen en bedenkingen.
4.
In het besluit, bedoeld in het vorige lid, wordt in ieder geval vermeld:
- a.
van welke bepaling of bepalingen in deze verordening wordt afgeweken;
- b.
het doel van het experiment;
- c.
de voorwaarden die het college of de burgemeester verbindt aan het experiment;
- e.
het gebied waarin het experiment geldt.
5.
Het experiment wordt na beëindiging van het experiment geëvalueerd. Indien de evaluatie leidt tot aanpassing van deze verordening in overeenstemming met de wijze waarop het experiment is uitgevoerd, kan het college of de burgemeester besluiten om het experiment met maximaal een jaar te verlengen.