Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 83 Eigendom en rechten tot gebruik en verbruik van bijzondere splijtstoffen in het Verenigd Koninkrijk
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bijzondere splijtstoffen die zich op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk bevinden en ten aanzien waarvan tot het eind van de overgangsperiode Artikel 86 van het Euratom-Verdrag van toepassing was, zijn aan het eind van de overgangsperiode niet langer het eigendom van de Gemeenschap.
2.
De in lid 1 bedoelde bijzondere splijtstoffen worden het eigendom van de personen of ondernemingen die aan het eind van de overgangsperiode overeenkomstig Artikel 87 van het Euratom-Verdrag een onbeperkt recht tot gebruik en verbruik van deze stoffen hadden.
3.
Wanneer het in lid 2 bedoelde recht op gebruik en verbruik van bijzondere splijtstoffen (hierna ‘betrokken stoffen’ genoemd) bij een lidstaat of bij op het grondgebied van een lidstaat gevestigde personen of ondernemingen berust, is ter bescherming van de integriteit van het uit hoofde van titel II, hoofdstuk 6, van het Euratom Verdrag vastgestelde gemeenschappelijk voorzieningsbeleid en van de uit hoofde van hoofdstuk 9 van genoemde titel opgerichte gemeenschappelijke markt op het gebied van de kernenergie, ook met betrekking tot het niveau van de op de betrokken stoffen toepasselijke veiligheidscontroles het volgende van toepassing:
- a)
gelet op Artikel 5 van dit akkoord heeft de Gemeenschap het recht voor te schrijven dat de betrokken stoffen worden opgeslagen bij het op grond van Artikel 52, lid 2, onder b), van het Euratom-Verdrag opgerichte agentschap dan wel in andere bewaarplaatsen die door de Europese Commissie worden of kunnen worden gecontroleerd;
- b)
de Gemeenschap heeft het recht om overeenkomstig Artikel 52, lid 2, van het Euratom-Verdrag contracten te sluiten voor de levering van de betrokken stoffen aan op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk of in een derde land gevestigde personen of ondernemingen;
- c)
met betrekking tot de betrokken stoffen is Artikel 20 van Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie (1), met uitzondering van lid 1, onder b) en c), van toepassing;
- d)
voor de uitvoer van de betrokken stoffen naar een derde land moet toestemming worden gegeven overeenkomstig Artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (2) door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de persoon of onderneming die het recht heeft de betrokken stoffen te gebruiken en te verbruiken, is gevestigd;
- e)
met betrekking tot de betrokken stoffen kan de Gemeenschap alle andere rechten uitoefenen die krachtens het Euratomverdrag voortvloeien uit de eigendom uit hoofde van Artikel 86 van dat Verdrag.
4.
Lidstaten, personen of ondernemingen die aan het eind van de overgangsperiode ten aanzien van op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk aanwezige bijzondere splijtstoffen het onbeperkt recht tot gebruik en verbruik hebben, behouden dat recht.
Voetnoten
Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).