Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.9.8 Verplichtingen subsidieontvanger
Geldend
Geldend van 01-01-2022 tot 01-01-2030
- Bronpublicatie:
03-11-2021, Stcrt. 2021, 46004 (uitgifte: 09-11-2021, regelingnummer: WJZ/ 21209137)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-11-2021, Stcrt. 2021, 46004 (uitgifte: 09-11-2021, regelingnummer: WJZ/ 21209137)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De subsidieontvanger is verplicht de verstrekte subsidie volgens een in de beschikking tot subsidieverlening vastgelegd schema terug te betalen aan de minister.
2.
De subsidieontvanger is verplicht over het uitstaande saldo, met uitzondering van de opslag, aan de minister jaarlijks een bij de beschikking tot subsidieverlening, overeenkomstig artikel 3.9.9, bepaald rentepercentage te betalen, dat op een ontwikkelingsproject van toepassing blijft tot aan de betalingsverplichtingen geheel is voldaan.
3.
De rente wordt aan het eind van elk kalenderjaar rentedragend bij het uitstaande saldo bijgeschreven.
4.
Onverminderd het tweede lid, is de subsidieontvanger eenmalig verplicht om aan de minister een bij de beschikking tot subsidieverlening, overeenkomstig artikel 3.9.9, bepaald opslagpercentage te betalen over het bedrag dat is uitbetaald als subsidie in de vorm van krediet. De opslag wordt aan het eind van het kalenderjaar waarin de subsidie is vastgesteld, bij het uitstaand saldo bijgeschreven.
5.
De subsidieontvanger is verplicht het uitstaande saldo binnen 10 jaar na vaststelling van de subsidie aan de minister te betalen.