Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1246
De opvatting dat het afleggen van een verklaring als bedoeld in art. 285a Sr louter mondeling kan geschieden is onjuist.
HR 10-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3262
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/01454
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3262, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2097, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2015
Essentie
De opvatting dat het afleggen van een verklaring als bedoeld in art. 285a Sr louter mondeling kan geschieden is onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 17 februari 2014, nummer 21/008431-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. J.S. Nan, te Dordrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft verdachte op 17 februari 2014 voor 1: medeplegen van opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.