BA 2014/66
Rechtsbescherming tegen bestuurlijke boetes voldoet aan art. 6 EVRM; houdbaarheid Nederlands zorgverzekeringsstelsel, vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
CRvB 22-01-2014, ECLI:NL:CRVB:2014:362 (Zvw-boete)
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
22 januari 2014
- Zaaknummer
12-3058 ZVW
- Roepnaam
Zvw-boete
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2014:362, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 22‑01‑2014
- Wetingang
Art. 5:4, 5:5, 5:40, 5:41 en 5:46 lid 3 Awb; art. 5 lid 1 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); art. 2, 9a, 9b en 9c Zorgverzekeringswet (Zvw); art. 6 en 9 lid 1 en lid 2 Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); art. 20 en 30 Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM); art. 94 Grondwet
Essentie
Rechtsbescherming tegen bestuurlijke boetes voldoet aan art. 6 EVRM; houdbaarheid Nederlands zorgverzekeringsstelsel, vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Samenvatting
De bestuurlijke boete kan bij de rechter in twee instanties ter discussie worden gesteld. Art. 5:5 en 5:41 Awb waarborgen bovendien, net als in het strafrecht, dat bij de oplegging van de bestuurlijke sanctie rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van rechtvaardigings- of schulduitsluitingsgronden. Indien de hoogte van de bestuurlijke boete bij wettelijk voorschrift is vastgesteld, dient het bestuursorgaan niettemin een lagere boete op te leggen indien overtreder aannemelijk maakt dat [de wettelijk] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.