Hof Den Haag, 22-09-2022, nr. 2200264617
ECLI:NL:GHDHA:2022:1837
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
22-09-2022
- Zaaknummer
2200264617
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2022:1837, Uitspraak, Hof Den Haag, 22‑09‑2022; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:1126
- Vindplaatsen
JM 2022/134 met annotatie van Pieters, S.
Uitspraak 22‑09‑2022
Inhoudsindicatie
Veroordelingen voor diefstal en heling van beschermde vogels.
Rolnummer: 22-002646-17
Parketnummer: 09-997569-14
Datum uitspraak: 22 september 2022
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Den Haag van 6 juni 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam},
geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag] 1994,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Hierbij is de opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis bevolen, en is beslist op de vordering van de benadeelde partij, één en ander zoals omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 4 september 2014 tot en met 11 november 2014 te Alphen aan den Rijn en/of
's-Hertogenbosch en/of Veldhoven, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk,
één of meer dieren, behorende tot een beschermde uitheemse diersoort, aangewezen krachtens artikel 5 van de Flora- en faunawet bij de Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten van de Flora- en faunawet in artikel 4 en genoemd in Bijlage A of B of D bij de basisverordening: Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie, zoals die gold in de periode van 4 september 2014 tot en met 11 november 2014,
te weten (onder andere)
(Bijlage A)
- 2, in elk geval een of meer Groenewang-amazone(s) (Amazona viridigenalis) en/of
- 1 Oranjekuif-kaketoe (Cacatua sulphurea citrinocristata) en/of
(Bijlage B)
- 2, in elk geval een of meer Kraag-papegaai(en) (Deroptyus accipitrinus accipitrinus) en/of
- 2, in elk geval een of meer Rose-neushoornvogel(s) (Buceros hydrocorax hydrocoraxen) en/of
- 2, in elk geval een of meer Maleise jaarvogel(s) (Aceros corrugatus) en/of
- 2, in elk geval een of meer Panay-neushoornvogel(s)) (Penelopides panini panini) en/of
- 1 Sulawesi-(Geelwang)-neushoornvogel (Penelopides exarhatus sanfordi) en/of
- 2, in elk geval een of meer Langkuif-neushoornvogel(s)Berenicornis comatus en/of
- 2, in elk geval een of meer gewone jaarvogel(s) (Rhyticeros undulatus) en/of
- 2, in elk geval een of meer Grijze Roodstaartpapegaai(en) (Psittacus erithacus),
heeft verworven en/of heeft vervoerd en/of onder zich heeft gehad;
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2014 tot en met 16 september 2014 te Alphen aan den Rijn,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit het (vogel)park Avifauna (gelegen aan de Hoorn 65) heeft weggenomen
36, in elk geval een of meer (tropische vogel(s) (onder andere neushoornvogels),
in elk geval enig goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Van der Valk (Avifauna), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
- ( een) (toegangs)deur(en) (naar de vogelkooien) en/of (een) deur(en) van dat (vogel)park en/of de (vogel)kooi(en)/(vogel)verblijfplaats(en)/(vogel)hok(ken) open te breken/te forceren/door te knippen en/of
- de ruit(en) (van een nooduitgang/deur) uit te nemen/in te slaan/te verwijderen/te vernielen,
in elk geval door middel van braak en/of verbreking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2014 tot en met 10 september 2014 te Udenhout, gemeente Tilburg,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een schuur/(vogel)verblijf(ven)/volière(s) (gelegen op een besloten erf waarop een woning staat) (gelegen aan de Kreitmolenstraat 206) heeft weggenomen,
40, in elk geval een of meer vogel(s), (onder andere parkiet(en),
in elk geval enig goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
- de (toegangs)deur (naar de schuur) open te breken/te forceren en/of
- het gaas (van (een) verblij(f)(ven)/volière(s)) en/of prikkeldraad (aan de achterzijde van de achtertuin) door/weg te knippen,
in elk geval door middel van braak en/of verbreking;
4.
hij in of omstreeks de periode van 10 september 2014 tot en met 11 september 2014 te Veldhoven,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de ZOO Veldhoven (gelegen aan de Wintelresedijk 51) heeft weggenomen
27, in elk geval een of meer vogel(s) (onder andere Grijze Roodstaartpapegaai(en)),
in elk geval enig goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan de ZOO Veldhoven, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
het hekwerk (van het park en/of het (vogel)verblijf) door/weg/in te knippen,
in elk geval door middel van braak en/of verbreking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep – waaronder in het bijzonder begrepen hetgeen is aangevoerd door de raadsman en de gewijzigde proceshouding van de verdachte - heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van de oplegging van de straf en de motivering daarvan, maar uitsluitend daar waar het betreft de motivering ten aanzien van de ontstane overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen. Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis, met dien verstande dat het hof daarin de hierna te vermelden aanvullingen en verbeteringen aanbrengt.
Gewijzigde proceshouding verdachte
Het hof volgt de verdachte niet in zijn verklaring dat hij bij de diefstallen in Veldhoven en Udenhout alleen de bestelbus heeft bestuurd en geen uitvoeringshandelingen heeft verricht. Het hof komt tot dit oordeel gelet op de inhoud van wettige bewijsmiddelen, zoals weergegeven in het vonnis waarvan beroep. De verklaring van verdachte dat hij voor de diefstal in Avifauna na het regelen van de bestelbus vervolgens van de medeverdachten niet mee mocht naar Alphen aan den Rijn, wordt door het hof ongeloofwaardig geacht en daarom verworpen.
Verbetering voetnoot
Op pagina 5 van het vonnis wordt in voetnoot 4 verwezen naar de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] ter terechtzitting in eerste aanleg van 15 mei 2017. Het hof verbetert deze verwijzing, in die zin dat wordt verwezen naar het proces-verbaal van verhoor verdachte van de Politie Hollands Midden d.d. 12 november 2014 met proces-verbaalnummer 2014-222237 (pagina 58 van het procesdossier), inhoudende de op 12 november 2014 door [medeverdachte] afgelegde verklaring.
Benadeelde partij Avifauna
Ter terechtzitting in hoger beroep is bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard, omdat niet blijkt dat de ondertekenaar van de vordering tot schadevergoeding, [ondertekenaar], hiertoe door Avifauna zou zijn gemachtigd. Het hof overweegt hieromtrent dat uit openbare bronnen evenwel blijkt dat [ondertekenaar] directeur is van Avifauna, en mitsdien uit hoofde van zijn functie vertegenwoordigingsbevoegd is, zodat hij als wettelijk vertegenwoordiger van Avifauna kan optreden. De beslissing op de vordering van de benadeelde partij kan daarom in stand blijven.
Conclusie
Het vonnis waarvan beroep dient - behoudens voor zover het wordt vernietigd - onder aanvulling en verbetering van gronden te worden bevestigd.
Overschrijding redelijke termijn
Het hof is - alles afwegende en met overneming van de strafmotivering van de rechtbank - van oordeel dat in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaren, een passende en geboden reactie vormt.
Het hof heeft evenwel in aanvulling hierop geconstateerd dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 EVRM, met circa 3 jaren en 3 maanden is overschreden in de procesfase die is gelegen tussen het instellen van het hoger beroep op 6 juni 2017 en het wijzen van het onderhavige arrest op 22 september 2022.
Daarom zal het hof de hiervoor overwogen straf matigen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 190 dagen, met aftrek van voorarrest.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 47, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 13 van de Flora- en faunawet, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 190 (honderdnegentig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk,
mr. L.J.M. Janssen en mr. F. de Jong, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 22 september 2022.
Mr. F. de Jong is buiten staat dit arrest te ondertekenen.