Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/196:196 Grond b: art. 186 Rv is ten onrechte niet toegepast
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/196
196 Grond b: art. 186 Rv is ten onrechte niet toegepast
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS452214:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie hierover Hovens 2005, nr. 58; Snijders/Wendels 2009, nr. 320.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij deze doorbrekingsgrond wordt hetzelfde type voorvragen gesteld als genoemd onder a, maar worden deze voorvragen anders beantwoord: de rechter verklaart zich ten onrechte bijvoorbeeld onbevoegd. De verkeerde beantwoording van de voorvraag heeft tot gevolg dat de rechter niet tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak komt. De grond ‘art. 186 is ten onrechte niet toegepast’ is het spiegelbeeld van de grond ‘art. 186 is ten onrechte wel toegepast’. Deze grond spreekt derhalve voor zich.1