Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2405 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer (ReFuelEU Luchtvaart)
Artikel 2 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2405 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2405)
- Inwerkingtreding
20-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2405 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2405)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Milieurecht / Energie
1.
Deze verordening is van toepassing op luchtvaartuigexploitanten, op Unieluchthavens en hun respectieve beheerders, en op luchtvaartbrandstofleveranciers.
Onverminderd lid 3 is deze verordening alleen van toepassing op commerciële vluchten.
2.
Een lidstaat kan, na raadpleging van de beheerder van de luchthaven, besluiten dat een niet onder artikel 3, punt 1), vallende luchthaven op zijn grondgebied, voor de toepassing van deze verordening als een Unieluchthaven moet worden behandeld, mits op het tijdstip van het besluit van de lidstaat aan de vereisten van artikel 6, lid 1, is voldaan.
Een beheerder van een luchthaven die zich op het grondgebied van een lidstaat bevindt maar niet onder artikel 3, punt 1), valt, kan een verzoek indienen om die luchthaven voor de toepassing van deze verordening als een Unieluchthaven te behandelen, mits die luchthaven op het moment van dat verzoek aan de voorwaarden van artikel 6, lid 1, voldoet. De beheerder van de luchthaven stelt de lidstaat waarvan de autoriteit of autoriteiten uit hoofde van artikel 11, lid 6, verantwoordelijk zijn voor de luchthaven, in kennis van dat verzoek. Die kennisgeving gaat vergezeld van een bevestiging dat de luchthaven voldoet aan de eisen van artikel 6, lid 1.
De betrokken lidstaat stelt de Commissie en het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (het ‘Agentschap’) ten minste zes maanden voor het begin van de rapportageperiode waarop het in de eerste alinea van dit lid bedoelde besluit van toepassing is, in kennis van dat besluit. Het besluit van de lidstaat gaat vergezeld van een met redenen omkleed advies waarin wordt aangetoond dat het gebaseerd is op evenredige en niet-discriminerende criteria voor luchthavens met vergelijkbare mededingingskenmerken.
3.
Een persoon die commerciële vluchten uitvoert maar niet onder artikel 3, punt 3, valt, kan besluiten om voor de toepassing van deze verordening als luchtvaartuigexploitant te worden behandeld. Een persoon die andere vluchten dan commerciële vluchten in de zin van artikel 3, punt 4), uitvoert, kan besluiten om voor de toepassing van deze verordening als luchtvaartuigexploitant te worden behandeld. Een onder artikel 3, punt 3), vallende persoon, kan besluiten dat zijn of haar niet-commerciële vluchten ook onder deze verordening moeten vallen. In dat geval stelt een dergelijke persoon de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit of autoriteiten verantwoordelijk is/zijn voor die luchtvaartuigexploitant, overeenkomstig artikel 11, lid 5, in kennis van dat besluit. Die lidstaat stelt de Commissie en het Agentschap uiterlijk zes maanden voor het begin van de rapportageperiode vanaf wanneer dat besluit van toepassing is, in kennis van dat besluit.
4.
Op basis van de overeenkomstig de leden 2 en 3 ontvangen informatie verstrekt de Commissie een bijgewerkte en geconsolideerde lijst van de betrokken luchthavens en luchtvaartuigexploitanten in de Unie. Die lijst moet gemakkelijk toegankelijk zijn.