Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/1350
Mengsel van acaciabladeren (met DMT) en passiebloem is “preparaat” cfm art. 1 Opiumwet.
HR 23-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX6729
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, B.C. De Savornin Lohman, N. Jörg
- Zaaknummer
10/03739
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- LJN
BX6729
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX6729, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX6729, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑03‑2012
- Wetingang
Opiumwet art. 1
Essentie
Het vermalen van acaciabladeren die DMT bevatten en het vervolgens vermengen met passiebloem of enig ander product levert een preparaat op als bedoeld in art. 1 Opiumwet. Daaraan doet niet af dat acaciabladren op zichzelf een natuurproduct zijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 maart 2010, nummer 23/002512-08, in de strafzaak tegen: H. Adv. mr. A.G. van de Plas, te Amsterdam.