Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/1349
Familierecht. Ontheffing ouderlijk gezag; art. 1:266, 267, 268 BW. Art. 81 lid 1 RO.
HR 26-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7460
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/05159
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BX7460
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX7460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX7460, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2012
Essentie
Familierecht. Ontheffing ouderlijk gezag; art. 1:266, 267, 268 BW. Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
- 1.
[Verzoeker 1],
- 2.
[Verzoekster 2], te [woonplaats], verzoekers tot cassatie, adv.: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes,
tegen
De Raad voor de Kinderbescherming, te Eindhoven, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie mr. F.F. Langemeijer:
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
Verzoekers tot cassatie (hierna: de ouders) hebben een affectieve relatie. Hieruit zijn twee zonen geboren, in 2001 respectievelijk in 2003. Zij zijn door de vader erkend als zijn kinderen. De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.