Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937
Artikel 42 Inhoud van de beoordeling van voorgenomen verwervingen van uitgevers van activagerelateerde tokens
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1114)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1114)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Informatierecht / ICT
1.
Wanneer de bevoegde autoriteit de in artikel 41, lid 4, bedoelde beoordeling uitvoert, beoordeelt zij de geschiktheid van de voorgenomen verwerver en de financiële deugdelijkheid van de voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 41, lid 1, aan de hand van elk van de volgende criteria:
- a)
de reputatie van de voorgenomen verwerver;
- b)
de reputatie, kennis, vaardigheden en ervaring van personen die als gevolg van de voorgenomen verwerving verantwoordelijk zullen zijn voor de bedrijfsvoering van de uitgever van de activagerelateerde token;
- c)
de financiële deugdelijkheid van de voorgenomen verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die worden beoogd en nagestreefd met betrekking tot de uitgever van de activagerelateerde token waarin de verwerving is voorgenomen;
- d)
de vraag of de uitgever van de activagerelateerde token in staat zal zijn aan alle bepalingen van deze titel te voldoen en te blijven voldoen;
- e)
de vraag of er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat, in verband met de voorgenomen verwerving, geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd of dat wordt of werd gepoogd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1, respectievelijk lid 3 en lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten.
2.
De bevoegde autoriteit maag zich alleen tegen de voorgenomen verwerving verzetten indien daarvoor op basis van de criteria van lid 1 van dit artikel redelijke gronden zijn of indien de overeenkomstig artikel 41, lid 4, verstrekte informatie onvolledig of onjuist is.
3.
De lidstaten stellen geen voorafgaande voorwaarden aan de omvang van de gekwalificeerde deelneming die overeenkomstig deze verordening moet worden verworven, en staan hun bevoegde autoriteiten evenmin toe de voorgenomen verwerving aan de economische marktbehoeften te toetsen.
4.
De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gedetailleerde inhoud van de informatie die noodzakelijk is om de in artikel 41, lid 4, eerste alinea, bedoelde beoordeling uit te voeren. De vereiste informatie is relevant voor een prudentiële beoordeling, is evenredig en is aangepast aan de aard van de voorgenomen verwerver en de voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 41, lid 1.
De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.