NJB 2016/2120

Curaçao. Een 85%-meerderheidsaandeelhouder besluit dat aandelen worden uitgegeven, zodanig dat het belang van de 15%-minderheidsaandeelhouder vermindert tot minder dan 0,01%. In 2010 wordt het besluit goedgekeurd in de aandeelhoudersvergadering. De minderheidsaandeelhouder stemt tegen. In 2015 doet de minderheidsaandeelhouder een enquêteverzoek. HR: 1. Rechtsverwerking. ‘Stilzitten’ kan slechts tot rechtsverwerking leiden, indien op grond van de omstandigheden van het geval redelijkerwijs een bepaald handelen van de rechthebbende had mogen worden verwacht. Tijdsverloop kan wel meewegen. 2. Enquêtebevoegdheid. Kapitaalseis. De in de Slotervaartbeschikking geformuleerde regel over de enquêtebevoegdheid geldt niet slechts indien het enquêteverzoek ‘binnen een redelijke termijn’ of ‘met bekwame spoed’ is ingediend. 3. Schriftelijke bezwaren. Het hof heeft de strekking van de wettelijke eis dat de enquêtegerechtigde zijn bezwaren tevoren schriftelijk kenbaar heeft gemaakt niet miskend, in aanmerking genomen dat de bezwaren op de aandeelhoudersvergadering zijn geuit en in de notulen zijn vastgelegd, en gelet op de tijd die sedertdien is verstreken totdat het enquêteverzoek is ingediend. 4. Rechtspersoon. Besluit. Vernietiging. De (algemene) wettelijke regeling van vernietiging van besluiten staat naast de mogelijkheid om in het kader van een enquêteprocedure besluiten van een rechtspersoon te schorsen of te vernietigen