Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aanvulling en het vergemakkelijken van de toepassing van het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 20 april 1959
Artikel IX
Geldend
Geldend vanaf 26-03-1995
- Redactionele toelichting
De leden 1, 2, 6 en 7 van dit artikel zijn vervangen door de leden van het overeenkomstige artikel van de Overeenkomst tot uitvoering van het Akkoord van Schengen.
- Bronpublicatie:
05-01-1995, Trb. 1995, 88 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-03-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-01-1995, Trb. 1995, 88 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Strafprocesrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
(bij artikel 15 van het Verdrag)
1)
Vervallen.
2)
Vervallen.
3)
Bestuurlijke autoriteiten, die belast zijn met de vervolging van vergrijpen tegen voorschriften betreffende de orde in de zin van artikel II, onder a), zijn bevoegd verzoeken om rechtshulp te doen. Zij moeten hun verzoeken richten tot die autoriteiten die in de andere Staat zijn belast met de vervolging van strafbare feiten, binnen wier ambtsgebied de uitvoering van het verzoek om rechtshulp moet plaatsvinden.
4)
Verzoeken tot het verstrekken van inlichtingen of uittreksels uit het strafregister voor strafrechtelijke doeleinden alsmede verzoeken om doorhaling van aantekeningen in het strafregister worden enerzijds gericht tot de bevoegde autoriteit die in de Bondsrepubliek Duitsland is belast met de zorg voor het strafregister, anderzijds tot de officier van justitie, binnen wiens ambtsgebied de geboorteplaats is gelegen, van de betrokkene die op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden is geboren, en in andere gevallen tot de Nederlandse Minister van Justitie.
5)
Omtrent het verschaffen van inlichtingen over vergrijpen tegen de wegenverkeerswetgeving wordt rechtstreeks gecorrespondeerd tussen het ‘Kraftfahrt-Bundesamt’ van de Bondsrepubliek Duitsland en de in het eerste lid genoemde Nederlandse autoriteiten.