Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aanvulling en het vergemakkelijken van de toepassing van het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 20 april 1959
Artikel VIII
Geldend
Geldend vanaf 30-01-1983
- Bronpublicatie:
30-08-1979, Trb. 1979, 143 (uitgifte: 08-10-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-01-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-01-1983, Trb. 1983, 14 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Strafprocesrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
(bij artikel 14 van het Verdrag)
1)
Het verzoek om toezending van processtukken en rechterlijke beslissingen aan de betrokkene bevat, naast de in artikel 14, eerste lid, van het Verdrag vermelde gegevens een aanduiding van de aard van het uit te reiken document alsmede van de rol van de geadresseerde in de procedure.
2)
Indien verzoeken om rechtshulp in spoedeisende gevallen op verzoek van rechterlijke autoriteiten door tussenkomst van het ‘Bundeskriminalamt’ van de Bondsrepubliek Duitsland (Interpol Wiesbaden) of van het Nederlandse Ministerie van Justitie, Centrale Recherche Informatiedienst (Interpol La Haye) worden gedaan, dienen naast de gegevens genoemd in artikel 14, eerste lid van het Verdrag, en in het eerste lid van dit artikel de opdracht van de rechterlijke autoriteit en indien mogelijk het parketnummer te worden vermeld.