Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1220
Oplichting. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 03-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3201
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/02245
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3201, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2015
Essentie
Oplichting. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 16 april 2014, nummer 22/002028-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. A.P. Visser, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft verdachte op 16 april 2014 voor
- 1.
Oplichting, meermalen gepleegd,
- 2.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, en
- 3.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.