Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.142a [Bestuurlijke organisatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stb. 2020, 517 (uitgifte: 17-12-2020, kamerstukken: 35554)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2020, Stb. 2020, 527 (uitgifte: 17-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
De NPO, de RPO, de landelijke en regionale publieke media-instellingen en de instellingen die door Onze Minister zijn aangewezen voor het in stand houden en exploiteren van omroeporkesten en omroepkoren, van een media-archief en van een expertisecentrum voor media-educatie, richten hun bestuurlijke organisatie zodanig in dat overeenkomstig hun statuten en reglementen:
- a.
de inrichting daarvan sober, doelmatig en evenwichtig is;
- b.
er een helder onderscheid is tussen het dagelijks bestuur en het toezichthoudende orgaan;
- c.
deugdelijk, onafhankelijk en deskundig toezicht wordt uitgeoefend; en
- d.
de leden van het toezichthoudende orgaan worden benoemd op basis van vooraf vastgestelde openbare profielen.
2.
De NPO en de landelijke publieke media-instellingen volgen daarbij zo veel als mogelijk aanbevelingen uit de gedragscode, bedoeld in artikel 2.3, tweede lid.
3.
De landelijke publieke media-instelling die samenwerkingsomroep is, draagt ervoor zorg dat de omroepverenigingen die hij vertegenwoordigt, overeenkomstig het eerste en tweede lid handelen.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kan nader worden omschreven wanneer sprake is van een sobere, doelmatige en evenwichtige inrichting als bedoeld in het eerste lid, onder a.