NJB 2011, 1271
HR, 10-06-2011, nr. 10/01959
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9994
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser en C.E. Drion
- Zaaknummer
10/01959
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BP9994
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP9994, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP9994, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2010
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 419 lid 2 en art. 424
Essentie
Veiligheidsnorm. Tijdens het Nederlands kampioenschap karten op een baan waarvoor de KNAF geen ‘baanlicentie’ heeft afgegeven, loopt een kartbestuurder letsel op doordat een andere kart van de baan raakt op een plaats waar afzettingsblokken ontbreken. De kartbestuurder, die vooraf een geschrift met een exoneratiebeding heeft ondertekend, vordert schadevergoeding van de wedstrijdleiders die niet hebben gecontroleerd of de ‘baanlicentie’ was afgegeven. Het hof wijst de vordering toe.
HR: 1. Omvang rechtsstrijd na cassatie en verwijzing. Het beroep op het exoneratiebeding was al in eerste aanleg bestreden. De rechtbank en het eerste hof hebben het niet beoordeeld. Bij deze stand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.